Geschiedenis van de dorpen

L.F. van Loo

De gemeente Zijpe, gelegen in het zuidwesten van de kop van Noord-Holland, wordt gevormd door de dorpen:
• Burgerbrug
• Callantsoog
• Oudesluis
• Petten
• Schagerbrug
• St. Maartenbrug
• ‘t Zand

en buurtschappen:

• Abbestee (1-2 km NO van Callantsoog)
• Burgervlotbrug (2 km ten westen van Burgerbrug)
• ‘t Buurtje (1 km ten westen van Schagerbrug)
• Groote Keeten (2 km ten noorden van Callantsoog)
• Keinsmerbrug (1 km ten noorden van Schagerbrug
• Leihoek (2 km ten zuiden van Petten)
• St. Maartensvlotbrug (2 km ten westen van St. Maartensbrug
• Sint Maartenszee (3 km ten noorden van Petten)
• de Stolpen (3 km ten noorden van St. Maartensvlotbrug)
• Zijpersluis (1 km ten zuiden van Burgerbrug)

Zie voor een plattegrond van de Gemeente Zijpe elders op deze website

Zijpe

Het Zijpe (of Zipe) was in vroeger eeuwen een veelal drooggevallen brede inham van de Noordzee. Op de vraag van de schilder Jan van Scorel stemde keizer Karel V in 1552 in met de plannen om de baai met een dijk af te sluiten. In 1597 werd ze drooggelegd, waardoor de oude Westfriese Zeedijk, die in oostelijke richting de grens van de gemeente vormt, een binnendijk werd. Een tocht over deze dijk is interessant, omdat hij voert langs de wielen (plassen) die na overstromingen zijn achtergebleven.
De Hondsbossche en Pettemer Zeewering vormen samen een ruim 5 km lange dijk tussen Camperduin en Petten. Deze behoort tot de zwaarste van Nederland. De dijk moet bescherming bieden aan het vasteland, dat op die plaats zeer kwetsbaar is, omdat er een natuurlijke verdedigingsgordel tegen de zee ontbreekt. Met de aanleg ervan werd begonnen omstreeks begin 16e eeuw. In het tentoonstellingsgebouw “de Dijk te Kijk” van het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier wordt aan de hand van dia’s, kaartmateriaal en klankbeelden de geschiedenis van de zeewering audiovisueel voorgesteld.
Het landschap van de Zijpe is, zoals dat van bijna alle poldergemeenten die aan zee liggen, mooi. Enerzijds zijn er de duinen en anderzijds is er het binnenland. In Zijpe staat een tiental oude windmolens, waarvan de meeste nog in werking zijn. Ze dienden voor de waterbemaling van de polder, die nu elektrisch gaat.

Burgerbrug

Burgerbrug is gelijk na de droogmaking van de polder gesticht. Hier heeft zich een lintvormige bebouwing langs de (Eenigen)Burgerweg en met name de Groote Sloot ontwikkeld. Men leefde er van de landbouw en veeteelt met enige verzorgingsnijverheid en -nering. De huidige hervormde kerk is van 1850; in 1866 werd ook een katholieke kerk in het dorp gebouwd. Van oudsher was er ook een schooltje.
In 1660 telde het dorpje acht handwerkers/handelaars, zoals een houtzager, smid, bakker en wagenmaker. Ze voorzagen in de primaire behoeften van de omwonende agrariërs. In 1708 telde de kom 24 huizen en in 1742 leefden 28 gezinnen in 25 huizen van niet-boeren aan de Grote Sloot en 12 gezinnen in 10 huizen aan de Burgerweg.

Callantsoog

De gemeente Callantsoog omvat de woonkernen Callantsoog, Groote Keeten, de buurtschap Abbestede en een gedeelte van de polder Koegras.
Het dorp Callantsoog ontstond op de plaats van het middeleeuwse Callinghe op ‘t Oghe, een eiland voor de kust van West-Friesland, dat in 1570 door de Zuiderzee werd overspoeld. Door inpoldering heeft het dorp aansluiting gekregen met het vasteland. Het is een gezellige familiebadplaats met een breed strand.
Ten zuiden van Callantsoog ligt een brede duinstrook. Daar treft men naast bebossing en een schitterende heideflora, het natuurreservaat Het Zwanenwater aan. Het is ongeveer 580 ha groot en een prachtig gebied voor vogels, insecten en zoogdieren. Er zijn twee duinmeren die een gezamenlijke oppervlakte van 200 ha hebben. Van maart tot augustus verblijft hier een van de grootste lepelaarkolonies van Europa. Het geheel, met zijn afwisselende landschap en een uitzonderlijke flora en fauna, is slechts gedeeltelijk en tegen betaling toegankelijk. Leden van Natuurmonumenten hebben gratis entree.
Vanaf de Seinpost, het hoogste duin van Noord-Holland, heeft men een mooi uitzicht en bij helder weer is zelfs Texel zichtbaar.
Even ten noorden van Callantsoog ligt Groote Keeten, eveneens een badplaatsje met een prachtig strand waarop men volop kan genieten van zee en zon.

Oudesluis

Oudesluis ontstond al kort na 1597. Tot de inpoldering van de Anna Paulowna-polder in 1845 lag het aan de waddenachtige uitlopers van de Zuiderzee. In 1742 was het de grootste nederzetting in de Zijpe: 72 gezinnen in 68 woningen. De bewoners waren toen overwegend arbeiders, ambachtslieden, vissers en vletterlui. Daarnaast zien we enkele zeelieden, beurtschippers, een schoolmeester, een chirurgijn en een sluiswachter. In 1861 kwam er een nieuwe hervormde kerk en in 1906 een doopsgezinde vermaning.
Aan het sluiswachtershuis in Oudesluis geeft een bord aan hoeveel het kostte om door het waterbouwkundige complex te mogen varen en hoe de dienstregeling was georganiseerd. De sluis zelf dateert uit 1562 (hout); hij is vervangen in 1631 door een grotere van steen ( toen een van de grootste sluizen van Europa); totale renovatie in 1765. Voorts staan er in Oudesluis drie van de Zijper molens, uit respectievelijk 1764, 1848 en 1896. Ze kunnen van dichtbij bekeken worden, mits men over een bootje beschikt, want er leiden geen wegen heen.

Petten

Het dorp Petten licht pal aan de Noordzee. Het wordt tegen de zee beschermd door de reeds genoemde Pettemer Zeewering. In de 9e eeuw stond het reeds bekend als visserplaats en volgens de overlevering stichtte Willibrordus er al rond 700 een kerk.
De inwoners van Petten hebben in de loop van de tijd al erg dramatische situaties meegemaakt. De eerste bekende catastrofe is die van 21 november 1421, toen het dorp door de beruchte Sint-Elisabethsvloed overspoeld werd. Het werd verder landinwaarts herbouwd, maar zou nog herhaaldelijk door het water worden geteisterd, ondanks de dijken die de Pettemers aangelegd hadden.
In 1943 werd Petten door de Duitse bezetters volledig afgebroken. Ter nagedachtenis aan deze rampzalige gebeurtenis werd in het ‘nieuwe’ Petten een gedenknaald opgericht, waarvoor de stenen van de gesloopte 18e-eeuwse kerk gebruikt werden.
Een ander monument houdt de gedachte aan de heer J.C. Bellis levend. Deze hielp bij de vlucht per boot naar Engeland van ongeveer 150 mensen. Zelf werd hij naar een Duits concentratiekamp gevoerd. Hij heeft de oorlog niet overleefd.
Ondanks het feit dat Petten een ‘jong’ dorp is, treft men er toch enkele bezienswaardigheden aan. Het voormalige raadhuis van Petten (1748), dat ook onder de slopershamer van de Duitsers viel, had vier gevelstenen. Twee ervan werden bij de wederopbouw in 1947 verwerkt in de muur van het voormalige Pettemer VVV-kantoor. De derde werd ingemetseld in de muur van de in 1957 herbouwde kerk. De vierde gevelsteen zou volgens sommigen onder de vloer van het gebedshuis liggen. En van het in 1625 door de zee overspoelde Petten bleven verscheidene 16e-eeuwse grafstenen bewaard.
Het huidige Petten is een gezellige familiebadplaats, vlak bij de duinen en de polder gelegen. Bij een meertje in de duinen kan verpoosd worden, als de wind op het strand zelf te fors is. Deze plas, het bosmeertje genoemd, ligt in de Staatsduinen, een natuurgebied van 248 ha aan de noordzijde van het dorp.
Het vogelreservaat De Putten, een gebied met een oppervlakte van 20 ha, is een geliefde broedplaats voor onder meer het visdiefje, de kluut en de tureluur. Er overwinteren ook verschillende vogelsoorten. Dit verklaart waarom het niet vrij toegankelijk is. In het domein liggen ondiepe vijvertjes, die zijn ontstaan door het afgraven van grond ten behoeve van herstellingen aan de Hondsbossche Zeewering.

Schagerbrug

Schagerbrug is vlak na de droogmaking ontstaan op het kruispunt van de Groote Sloot en de Schagerweg. In 1708 stonden er 39 huizen + 14 aan het Buurtje. In 1742 leefden er 53 gezinnen in 44 huizen vooral aan weerskanten van de Groote Sloot. Het waren voornamelijk huishoudens van arbeiders en ambachtslieden, alsmede van wat beurtschippers en winkeliers. Voorts vonden we er dan een schoolmeester, predikant, chirurgijn en de bode van de Zijpe. Het was en is de hoofdplaats met het gemeentehuis. De hervormde kerk dateert uit 1843.
De omgeving van dit beminnelijke dorp biedt veel bezienswaardigheden. Vooral de stolphoeven zijn buitengewoon interessant. Het uitgestrekte Ananasbos is een overblijfsel van een veel groter bos dat hier eertijds lag tussen Schagerbrug en Sint Maartensvlotbrug.
Schagerbrug heeft een museum. Het Zijper Museum (voorheen ‘de Oudheidkamer’) is ondergebracht in het Gemeentehuis. Men ziet er onder meer historische voorwerpen en kaarten. Ook zijn er thema-exposities.

Sint Maartensbrug

St. Maartensbrug ligt op de kruising Groote Sloot — St. Maartensweg. Het dorpje is meteen na de droogmaking gesticht. Er kwamen enkele centrale voorzieningen, zoals de (hervormde) kerk en het bodehuis.
In 1708 stonden er 34 huizen en in 1742 leefden 44 gezinnen in niet-agrarische behuizingen; voorts waren er 30 boerderijen.
In Sint Maartensbrug verdient het mooie, eeuwenoude hervormde kerkje, waarvan het bouwjaar niet precies bekend is, de aandacht. Een steen boven de ingang vermeldt het jaar 1696.

Sint Maartensvlotbrug

Bij Sint Maartensvlotbrug ligt Het Wildrijk. Dit 17 ha grote bos is sinds 1941 eigendom van de Stichting Het Noordhollandse Landschap. Het Wildrijk is een zeer oud complex, dat reeds in de 17e eeuw bestond. Thans is het een van de weinige bosgebieden in het polderlandschap van de Kop. Het Wildrijk heeft een grote variatie aan loofhout, waaronder vele eiken, beuken, esdoorns en berken, en een rijke onderbegroeiing van onder andere varens en wilde hyacinten. De vogelpopulatie omvat onder meer de nachtegaal, de gekraagde roodstaart en de wielewaal.
Bekend is het “Duinrellenproject”. Dit houdt in, dat het Wildrijk wordt voorzien van schoon, zuiver water uit de duinen via een ingenieus systeem waarmee geen schadelijke landbouwstoffen bij het water kunnen komen.

Sint Maartenszee

In de Zijpe bevindt zich nog het buurtschap Sint Maartenszee, een badplaatsje aan de voet van de duingordel. Het strand kan bereikt worden via een weg door de duinen. Vooral attractief voor kinderen is het recreatiepark De Goudvis, met allerhande vormen van spel en ontspanning.

‘t Zand

‘t Zand ontstond omstreeks het midden van de 18e eeuw als buurtschap rondom het logement ‘t Wapen van Alkmaar. In 1733 stonden er nog maar tien gewone huizen aan de Bosweg, bewoond door een gegoede herbergier, twee wagenmakers, een smid, een schoolmeester/belastinginner, een timmerman, een schoenmaker, iemand met een trekschuit en een rentenier.
Omstreeks 1770 reisde men in vier uur van Alkmaar naar Schagerbrug met de trekschuit.
“Van Schagerbrug vaart ook een trekschuitje, het welk u in een uurtje brengt door de Zijpe tot eene herberg, het zand genoemt, waar des morgens ten negen, en des namiddags ten twee uren een bolderwagen in twee uren naar Helder rijdt”.
Na de aanleg van het Noordhollands kanaal (1824) groeide ‘t Zand uit tot een dorp. Landbouw was en bleef het hoofdmiddel van bestaan, maar na 1890 ontwikkelden zich enkele timmer- en kaasfabriekjes langs het kanaal, profiterend van de mogelijkheid van vervoer over water. Rond de eeuwwisseling bezat ‘t Zand een station van de paardenposterij. De huidige katholieke kerk is van 1863.

Tekst uit:
• Reizen door de Benelux: De Provincie Noord-Holland
Uitgave van: Heideland NV, Hasselt, België; Christoph Columbus Verlags AG; Lekturama/X580-27
• Wat een pracht; Monumenten en Bezienswaardigheden in de gemeente Zijpe
Auteur: L.F. van Loo

Scroll naar boven
"Zuiderzon - toen en nu" op zondag 8 oktober

Deze bijeenkomst is tot nader order uitgesteld