[logo Zijper Museum]

Gebroeders Niestadt, een echt foto-album

Door: Marja van Spaandonk
Uit: de Schager Courant van zaterdag 21 juni 1980

Met dank aan Marja van Spaandonk en aan het Noord Hollands Dagblad (Schager Courant) voor het mogen plaatsen van onderstaand artikel op de website van het Zijper Museum.

Zeg je de naam gebroeders Niestadt dan denk je aan een oud, haast onwerkelijk tussen de moderne zaken staand fotowinkeltje aan de Gedempte Gracht in Schagen. Foto Niestadt van Willem en Lubert. In de etalage oude, vergeelde ooit bijgekleurde foto's die alles en iedereen lijken te overleven. Een aap die de was ophangt. Eén of andere dekhengst die waarschijnlijk allang in het slachthuis terecht is gekomen. Een paar vrouwen in klederdracht dansen zomer en winter de klompendans, een brandende boerderij blijft branden. Hoe je ook klopt -- een bel is er niet -- er wordt niet opengedaan. De deur is altijd gesloten. Boven zit Lubert Niestadt zijn pijpje te roken. Hij staart naar buiten en ziet niks. Terwijl je beneden op straat zijn aandacht probeert te trekken en jezelf belachelijk maakt, fixeert Lubert zijn blik op de uitstalling van een winkel aan de overkant en denkt na over zijn Niestadtleven. Een interview over honderd jaar foto Niestadt. Het is haast een wonder dat ze het willen. Nooit hebben ze willen praten over zichzelf, over vroeger, over de oorlog. Oh, zo nu en dan hoorde je wel eens wat, hoor. Bijvoorbeeld op een koude, doordeweekse dag. Zat je 's middags rond vijf uur te werken, op de redactie van de Schager Courant. Buiten loeide de wind, hagelstenen teisterden de ramen. Dan hoorde je met een enorme klap de buitendeur dichtklappen en stormde Lubert, de jongste Niestadt, de trap op. Werkelijk stormen. Hoorde je hem op de eerste tree, dan roefffff, was hij al boven en had ie de redactiedeur open. "Goedenmiddag, dame ..heren... Hier zijn de foto's." Als hij zijn regenjas, die alle regen doorliet, uitdeed wist je het al. Hij gaat vertellen. En dan werd je dag goed, de omgeving vervaagde, je ging mee naar bombardementen, zag lijken, hoorde vliegtuigen overvliegen. Maar wilde je hem in de krant zetten, dan klapte hij dicht. "Dat moet ik niet. Ik heb niks te vertellen. Laten anderen dat maar doen." Nu is het zover. De fotograaf geportretteerd. Een dubbelportret van de enorme betrokkenbeid van twee broers bij een regionaal dagblad. Een betrokkenheid die zover gaat dat je ze 's nachts om drie uur kunt bellen. Ze komen altijd. Springen over hekken, gaan door prutsloten, klimmen op daken om een bepaalde foto uit een bepaalde hoek te nemen. Als een foto niet goed is, of niet in de smaak valt, horen ze het niet. Gaan er de volgende dag weer vol enthousiasme tegenaan.

Het verhaal gaat dat Niestadt eens een foto van een dikbil op de Schager markt moest gaan maken. Nu is dat op zich niets bijzonders. Alleen deze keer werkte het beest niet mee. De dikbil ging met een logge poot op het kleine voetje van Lubert staan. Niestadt keek om zich heen en ging stug door met fotograferen. Op de krant gekomen kon hij zijn schoen bijna niet meer uitkrijgen.

Gele kever
Als je samen bij een te interviewen persoon zat, hij voor de foto, jij voor een verhaal, dan nam Niestadt, geheid het gespek over. Hij kende iedereen en anders was er wel een gemeenschappelijke kennis. Had je geen eigen vervoer, dan reed je mee met Niestadt in zijn gele kever. En zo leer je ook zijn oudere broer Willem kennen, want die ging en gaat altijd mee. Jonge Niestadt "krampachtig" over het stuur gebogen, niet harder rijdend dan zeventig kilometer. Oude Niestadt ontspannen daarnaast. Zo nu en dan achterover buigend om een pepermuntje te presenteren, discussiërend over het weer, het verkeer en de rijstijl van jonge Niestadt. Iedere bekende boerderij, dijk, boom of gemeentehuis goed voor een herinnering. Wijze lessen, vermaningen en woordspelletjes. Lubert zo nu en dan stikkend van het lachen om de grapjes van Willem. Iedere keer weer.

Vorige week is de 66-jarige Lubert Niestadt, door de burgemeesters uit de regio en de Verenigde Dagbladen gehuldigd. Vijftig jaar foto Niestadt in de krant. Maar dik honderd jaar foto Niestadt in Schagen: In 1850 kwamen George Bernhard Heinrich, en Wilhelm Dietrich Niestadt met hun moeder uit Duitsland naar Noord-Holland. G.B.H. vestigde zich in Sint Maarten en W.D. koos Dirkshorn. Van beroep kleermaker begon de oudste broer met fotografie te experimenteren. Zijn jongere broer zag er ook wel wat in en samen begonnen ze in Schagen een foto-atelier. Later vertrok G.B.H. met zijn gezin naar Delft en liet zijn broer met vrouw en zoon achter. Die zoon, Wilhelm Dietrich was de vader van de huidige gebroeders Niestadt. Ook hij werd fotograaf.

"Mijn vader was een serieus man. Een harde werker. Zeven dagen per week achter de camera. Zondags was je topdag. Dan zat de wachtkamer vol en maakte je kabinetfoto's, visitekaartjes en gewoon portretwerk. Of je ging de polder in. Boerenfamilies op de plaat leggen. Zelfs de dorsmachine en het paard erbij."

Willem Niestadt volgde zijn vader al heel snel in het vak. Hij had ambities. Wilde graag bij de film en ging daarom ook voor Polygoon fotograferen. Maar de gezondheid van vader Niestadt was niet zo goed. Het duurde niet lang of Willem gaf zijn idealen op en ging in de zaak werken. Het werd allemaal wat avontuurlijker toen Piet Trapman, eigenaar van de eerste rotatiepers in Noord-Holland en uitgever van de Schager Courant, hem vroeg foto's voor de krant te maken. "Ik moest van mijn vader na de ulo bij de gemeente gaan werken. Diep in mijn hart vond ik dat helemaal niet leuk. Als kind had ik al een eigen donkere kamer. Ik wilde zo graag in de fotografie". 0ok de toekomst van Lubert werd bëinvloed door de gesteldheid van vader Niestadt. Toen hij stierf ging Lubert voor de krant fotograferen.


Willem en Lubert Niestadt. Het is een uniek stel in Noord-Holland. Adriaan en Olivier worden ze wel genoemd. Of de Wama's of een paar apart. Lubert klein en watervlug. Fietsend of snelwandelend door Schagen, met een kartonnen mapje met foto's onder een arm. Zomers in een licht verschoten pak, 's winters in een groen loden jas. Jaar in jaar uit. Een enthousiast verteller met vaste grapjes. Olijke oogjes, een pijp in de mond. En lachen. Zo van "gchgchgchgch". Vol bewondering voor zijn broer Willem. Bescheiden: "Ik heb niks te vertellen hoor. Maar Willem.... Willem, vertel eens over Den Haag, hoe je samen met Ruppert in een commissie zat. Over prins Bernhard die dacht dat jij de voorziter was en op je afstapte. Over....."

Willem Niestadt (77) is een heel correct man. Iemand met overwicht, al was het alleen maar door zijn lengte. Zorgvuldig zijn zinnen formulerend. Beleefd en toch tegemoetkomend. Hij lacht niet hard, maar je ziet zijn ogen glinsteren als zijn broer een 'anneke dote' vertelt. Willem is een bestuurder: Dit jaar kapt hij met al zijn functies in Den Haag, zoals Lubert het omschrijft. Als puber begonnen in de voetbalvereniging, opgeklommen via de middenstandsvereniging naar allerlei commissies. Ook politiek. Lid van de Vrijzinnig Democratische Bond, later de VVD. Veertien jaar wethouder in Schagen en er op een vervelende manier uitgeraakt. Sindsdien wil hij niets meer met politiek te maken hebben. Geen wraakgevoelens, wel gekwetst.

Was dat nu te combineren, fotograferen en het wethoudersschap? "Ik hield het gescheiden. Hoewel het wel een scheef beeld gaf hoor: Het zette kwaad bloed bij sommigen, dat je als 'gewone' dorpsfotograaf zonder een titel in commissies zat en wethouder was. Kwam je bij een eerste paal om een plaat te maken, dan gebeurde het wel eens dat de commissaris van koningin naar me toekwam om een hand te geven. Ook andersom. Zat je als loco-burgemeester met iemand te praten in een vergadering, dan kreeg je wel eens een sneer. Zo van: Niestadt is de beste fotograaf van Noord-Holland. Nee, dat was niet altijd leuk, maar ik probeerde het iedere keer weer te scheiden."

Ze lijken tegenstrijdig. Lubert woont in een sobere ruimte boven de zaak, Willem in een mooi degelijk huis, Lubert is klein en snel, Willem lang en bedeesd, Lubert is nooit getrouwd, Willem heeft een vrouw en twee dochters en zo zijn er nog wel wat verschillen op te noemen. Toch zouden ze een tweeling kunnen zijn, ondanks het leeftijdsverschil. Ze voelen elkaar feilloos aan, hebben zo'n beetje dezelfde gedachtenlijn. Vier lange middagen praten met de gebroeders is een genot. Als Willem een zin begint, maakt Lubert 'm af. Ze grijpen tegelijk in de stapels foto's die door de hele kamer verspreid liggen. Willen dezelfde geschiedenis vertellen. Bij iedere foto een verhaal. En als je weet dat ze duizenden foto's hebben.....

Lubert is heel gevoelig. Hij weigerde de bruiloft van zijn broer mee te maken of de begrafenis van zijn vader. Hij had nog nooit een dode gezien, totdat een radeloze man hem belde en een foto wilde van zijn zojuist overleden dochtertje. Lubert ging, zijn angst woog niet op tegen het leed van de man.


Dat brengt Willem op een heel ander verhaal. "Op eerste Kerstdag werden we gebeld door de burgemeester van Callantsoog. Of we direct wilden komen. Ik vertelde Willem niet dat we foto's moesten maken van twee aangespoelde lijken. Er was een Noors schip vergaan. Een week later Petten. Daar was ook een lijk aangespoeld. Dat was een heel macaber sfeertje. Petten lag in puin, het was vlak na de oorlog, alleen het kerkhof en het lijkenhuisje stonden er nog. In dat huisje de kist met het afschuwelijk verminkte lijk van een vrouw. De kapiteinsvrouw. Nu was het donker en moesten we buiten fotograferen. Wij met een politieman de kist naar buiten sjouwen. Deksel open, foto maken en hup weer naar binnen. Politieman aan het hoofdeinde, wij aan het voeteneinde. Nu stonden er van die betonnen paaltjes, en ja je voelt het al, de agent valt achterover. De kist bovenop hem. Lubert krijgt me toch de slappe lach. Kwam door de zenuwen, natuurlijk."

Al die verhalen, griezelige, vertederende en grappige geschiedenissen, die twee zouden een boek moeten schrijven. We drinken frisdrank, de serre-deuren staan open en een musje wipt over het vloerkleed. Dat is gewoon, er komen tientallen vogels bij Willem Niestadt op bezoek. Ze zijn allebei gek van dieren. Een valse hond wordt als een mak lammetje als Lubert er aan komt.

Er wordt een map foto's gepakt. De zoveelste. Daarin zitten ware kunstwerkjes. "Vroeger, toen bijna niemand een fototoestel had, kwamen mensen bij ons met lelijke pasfoto's van persoonsbewijzen of andere kiekjes. Wilden ze zo graag een mooi portret hebben van hun overleden moeder of vader of kind voor op de schoorsteenmantel. Dan maakten we een scheef hoofd recht, trokken prachtige zondagse kleren over de werkkleding aan of plaatsten een kind in een bos met gekamde haren. Lubert deed dat. Die kon uren bezig zijn met die dingen. Achtergrondjes tekenen, fotocollages maken.... Lubert kon al zijn creativiteit in de fotografie gooien."

En ja hoor, je kan er op wachten waar Lubert mee komt: "Willem ook hoor. Die maakte schitterende films van ouden van dagen, reisjes van de middenstandsvereniging. Dat kon ie zo best".

Filmen deden ze ook. Toen de klad in de fotografie kwam, in de crisistijd, zochten Willem en Lubert een alternatief. Dat werd filmen. Zo werd er toch een oud ideaal van Willem verwezenlijkt. Advertenties van de zaak, die maakte Lubert ook graag. Eentje met een foto van het voorhoofd van Willem, daarnaast stond: Als u aan goed fotowerk denkt, denkt u aan Niestadt. Of een prentje met vrouw en kind met de tekst: Voor vader, aan de grens. De gebroeders stelden er een eer in alles perfect af te werken. En hoe is dat nu?,

"Weet je, de tijden veranderen zo snel. We hebben ons werk aan moeten passen. Er is bijna geen tijd meer voor leuke dingen. Minder creatief, inderdaad. De amateurfotografie heeft een stuk van ons vakgebied weggedrongen. Tegenwoordig, of zeg maar de laatste jaren, heb ik nergens tijd meer voor. Altijd haast."

Altijd haast
Die haast heeft Lubert bijna de das omgedaan. Willem is nooit sterk geweest, maar Lubert had in geen twintig jaar meer een dokter gezien. Een vakantieland overigens ook niet. In januari van dit jaar werd hij met spoed --"niet in een ambulance, in een taxi, al die trammelant moest ik niet"-- naar het ziekenhuis gebracht. Naar de hartbewaking. Hij mocht een maand niet meer werken. "Nou toen ben ik door een hel gegaan. Niet meer werken. Ik werd gek, de muren kwamen op me af. Nu is alles weer goed". Maar moet ie nou niet rustig aan gaan doen, misschien aan een soort afbouw gaan denken? "Ikke niet; Mijn werk is mijn leven. Ik ga door zo lang ik kan".

De vechter in Lubert komt boven. Zo moet hij in zijn jonge jaren ook geweest zijn. Spanning, avontuur, sensatie. Daar was Niestadt voor te vinden. Met zijn broer. In oorlogstijd werkten Willem en Lubert niet voor de krant. "Want dan moest je lid zijn van de persgilde en die was in NSB-handen." Als een soort privélolletje maakte Lubert oorlogsfoto's, Foto's die later bijzonder documentatiemateriaal vormden. Prachtige platen van een munitietrein die bij het station van Schagen werd gebombardeerd. Indringende foto's van hongerige mensen die uit Amsterdam naar een boerderij in Schagen kwamen voor eten. Politiek verdachten samengedreven op een plein. Soldaten, generaals, schepen. Het is te veel om op te noemen. En wie kent niet zijn serie van de Wieringermeer? Met een bootje ging Lubert het water op. En maar foto's maken. Link hoor, met al die Duitsers op het water. Later toen de Wieringermeer weer droog was, trok Lubert op zijn fietsje, broodtrommeltje onder de arm, fototoestel om de nek, de polder in. "Wat ik toen zag zal ik nooit meer vergeten. Zo moet het zijn als er een atoombom valt".

De deur slaat dicht. Willem en Lubert gaan de foto's weer opbergen, of beter gezegd in een la gooien, want van een archief hebben ze geen kaas gegeten. Ongetwijfeld zullen ze samen nog meer herinneringen ophalen. Gebeurtenissen die ze niet aan 'de krant' kwijt willen. Maar dat is hun goed recht. Trouwens er moet iets van het mysterie Niestadt over blijven. Ook al zijn er geen opvolgers helemaal in de vergetelheid raken ze -- al denkt Willem van wel -- toch niet. Daar zorgt foto Niestadt wel voor.....