Gemeentewapen: de Zijpe [logo Zijper Museum] [logo Geregistreerd Museum]

navigatiebalk

 

Een dagboek van de 12e september 1944

Door:
Alies Makkink-Weij (Heemstede)
Op 12 september stond zij als 7-jarig meisje op de stoep voor het ijzeren hek te kijken naar het binnenkomen van de trein...

Een persoonlijke herinnering aan die grote explosie op het station in Schagen op 12 september 1944.


De woning rechts op de foto, waarvan alleen de contouren van de voordeur nog te zien zijn, daar woonden ons gezin gedurende de periode 1943 tot 12-09-1944
© Copyright foto: Niestadtcollectie Zijper Museum

Het was die twaalfde september een mooie dag (in oorlogstijd); de zon scheen, niets wees er op dat er iets verschrikkelijks stond te gebeuren. Mijn vader werkte in die tijd bij de drukkerij van Jan van Ketel in de Molenstraat. Tussen de middag kwam hij thuis om met het gezin samen warm te eten. Tot het zover was mocht ik nog even voor het huis aan de stationstraat spelen en kijken naar het binnenkomen van de trein. Er kwam een aantal mensen uit het station en opeens klonk er een oorverdovend lawaai van sohoten, laag vliegende vliegtuigen en gillende mensen. Daarna van explosies, de grond begon te schudden, voorwerpen vlogen in het rond en tot mijn ontzetting vloog er een soldaat door de lucht. Hij werd tegen een muur aan gesmeten en viel toen op de grond.

De mensen die zich op straat bevonden verdwenen in het niets, maar ik kon niet meer van mijn stoepje af komen. Ik was verlamd van schrik en kon geen woord meer uitbrengen. Mijn moeder vloog naar buiten, gaf me een flinke pets in mijn gezicht en sleurde me naar binnen.


Fotograaf Willem Niestadt fotografeert de verwoestingen
© Copyright foto: Niestadtcollectie Zijper Museum

Gelukkig was mijn vader inmiddels ook thuis gekomen. De ramen van de voorkamar vlogen eruit door de luchtdruk en we besloten naar het achterhuis te gaan. We vluchtten naar de hal waar de fam. Luchtenburg (zij waren in het achterhuis bij ons ingekwartierd) in paniek heen en weer rende want hun dochterte van een jaar lag nog boven te slapen. Mijn vader vloog naar boven om het kleintje uit haar bedje te halen en gaf het kindje aan de ouders.

Mijn vader wllde nog zijn portemonnaie uit zijn overjas halen maar de voordeur kwam met een geweldige klap de gang in gevlogen zodat mijn vader moest rennen om er niet onder bedolven te worden. Vervolgens probeerden we in de keuken even te schuilen waar het ook niet veilig meer was; de pannen met eten vlogen door de keuken.

Via de serre, waar geen raam meer heel was, vluchtten we naar de achtertuin, waar we door mijn vader onder de heg werden geduwd. De aohterkant van ons huis kon ik van daaruit nog zien, de vlammen sloegen uit de ramen en het dak. Ik was heel erg bang en dat beeld ben ik nooit vergeten.


Foto genomen vanaf het overpad van de Cornelis Bokstraat naar de Stationsweg
© Copyright foto: Niestadtcollectie Zijper Museum

Terwijl wij onder die heg lagen kwam er een vliegtuig zo laag over dat we in de deuropening de soldaat (met geweer in de aanslag) heel duidelijk zagen en hij ons. Mijn vader vloog overeind en begon te roepen: "niet schieten". De soldaat zag gelukkig dat daar een gezin met kleine kinderen onder die heg lag en schoot godzijdank niet op ons.

Via de achtertuin vluchten we naar de Roosstraat, waar we even tegen het kaaspakhuis schuilden voor de kogels en andere rondvliegende voorwerpen. Toen het ook daar te gevaarlijk werd vluchten we een woonhuis binnen (van de fam. Bakker-Breed). De bewoners waren al weg maar de deuren en ramen waren uit voorzorg open gezet, om schade te voorkomen.

Vandaar gingen we, door bergen glas, Tonnie had geen schoentjes aan en werd dus gedragen, naar de Molenstraat en de Hoogzijde waar drommen mensen door elkaar liepen te schreeuwen. Opeens waren daar een paar Duitsers die in paniek begonnen te schieten, iedereen vluchtten alle kanten op. Wij kwamen bij bakker van Stralen terecht waar we wat eten kregen. Daarna trokken we mee met een grote stroom mensen naar de verwerkinginrichting (slachthuis) waar voor opvang was gezorgd. We kregen wat soep en brood, en konden even tot rust komen.


Zicht op het spoorwegemplacement
© Copyright foto: Niestadtcollectie Zijper Museum

Veel mensen waren opgelucht ons gezin te zien (vooral de familie) want het gerucht ging dat we het niet overleefd hadden. De ramp speelde zich practisch voor ons huis af, ons huis vloog ook als eerste in brand. We hadden niets meer dan de kleding die we droegen, mijn vader was al zijn boeten kwijt die hij net veertien dagen tevoren naar huis had gehaald. De boeken waren opgeslagen bij zijn broer toen we geevacueerd werden van de Laurierstraat naar de Stationsweg in 1943.

Dat we met z'n allen (vader Teun, moeder Gre, Kees, Tonnie en ondergetekende deze ramp hebben overleefd was een wonder. Het rustige en doortastende optreden van mijn vader was voor ons allen van groot belang en heeft ons door deze nachtmerrie heengesleept.

Mijn ouders zijn met Tonnie naar Piet Grootes gegaan, Kees en ik werden bij onze grootouders in de Moerbeek ondergebracht.

In het najaar mochten we weer terug naar ons huis in de Laurierstraat.


De woning rechts op de foto, waarvan alleen de contouren van de voordeur nog te zien zijn, daar woonden ons gezin gedurende de periode 1943 tot 12-09-1944
© Copyright foto: Niestadtcollectie Zijper Museum

 
Zie ook:


Zijper Museum, Schagerweg 97b, 1751 CB Schagerbrug
WWW: http://www.zijpermuseum.nl/
Laatste wijziging: 11 april 2004
Informatie: info@zijpermuseum.nl