![]() | > |
Gemeentebesturen kwamen er pas vanaf omstreeks 1800 en officieel sinds 1851. Sinds de definitieve bedijking in 1597 hadden heren van elders de dagelijkse leiding als dijkgraaf. Tot 1845 waren dat er 18, die te typeren zijn als 'regenten-dijkgraven'. Het waren beroepsbestuurders (en grootgrondbezitters) van steden en polders: van de steden waarin ze resideerden en van de polders waarin ze grond bezaten.
Profiel
Geboren in Alkmaar, rechten gestudeerd, gehuwd maar relatief vaak kinderloos, 42 jaar
bij de verkiezing tot dijkgraaf, tevoren heemraad en/of hoofdingeland van de Zijpe
geweest en 15 jaar dijkgraaf. Tevens stadsbestuurder van Alkmaar en stervend in het 64e
levensjaar. Het meest typerend voor de 18 'regenten-dijkgraven' waren mr Hendrik Daey
en mr Willem Jacob Kloeck.
Daey (Alkmaar 1679 - Alkmaar 1736) was dijkgraaf en baljuw van de Zijpe in 1727; hij bleef aan tot 1736 toen hij vrij jong overleed. Z'n vader was ook dijkgraaf van de Zijpe en wel van 1692 tot 1712. Daey jr. huwde een meisje Maas Geesteranus. De oudste van hun vier kinderen zou ook weer dijkgraaf van de Zijpe worden. Hendrik Daey was burgemeester van Alkmaar tussen 1722 en 1734, dijkgraaf van de Hondsbossche (1728-1736), heemraad van de Zijpe vanaf 1720, heemraad en hoofdingeland van de Schermer (vanaf 1729) en secretaris van de Wieringerwaard. Hij bezat naast heel wat grond her en der in de Zijpe het ouderlijk buiten 'Werk en Rust' (nu Gr.Sloot 379 in Schagerbrug) en kocht in 1713 'De Bocht' (nu Gr.Sloot 259).
Kloeck (Alkmaar 1733 - Alkmaar 1811) was dijkgraaf en baljuw van de Zijpe van 1779 tot 1790. Z'n vader was er heemraad en hoofdingeland alsmede schepen en burgemeester van Alkmaar. Willem Kloeck huwde een dochter van de schatrijke Amsterdamse koopman J.J. Vermeeren, eigenaar van Huize Frankendael in de Diemermeer.
Willem Kloeck was vanaf 1764 heemraad en van 1762 tot 1779 hoofdingeland van de Zijpe, schepen en burgemeester van Alkmaar (1778-1786). Hij woonde aan de Oudegracht aldaar, had het buiten 'Vredenrust' tussen Egmond en Bergen en het buiten 'Welgelegen' in de polder B in Burgerbrug (nu Grote Sloot 108).
Overgangsfiguur
Mr. Adriaan de Carpentier (Alkmaar 1781 - Zijpe 1845) was de laatste in dit rijtje
dijkgraven. Hij, dijkgraaf van 1821 tot 1845 was de overgangsfiguur. Hij volgde zijn
vader op als zodanig, maar bekleedde geen bestuursfuncties in Alkmaar, woonde daar ook
niet en trouwde in 1808 in Zijpe met de aldaar geboren Grietje Blaauboer, dochter van
de gefortuneerde graanhandelaar en oud-commandeur ter walvisvaart Jochem en zuster van
de latere burgemeester van Zijpe. Mr Adriaan richtte zich vooral op de Zijpe: hier was
hij hoofdingeland (1804-1821), kerkmeester, regent van het weeshuis, gemeenteraadslid,
maar hij werd ook lid van Provinciale Staten. Vanaf 1821 bewoonde hij het buiten
Brandwijck.
Volkert Bakker
Hij was de eerste in een rij van 11 hele andere dijkgraven. Eerst twee
landverzamelaars: een bakker koopman en een aannemer, die goed boerden. Daarna slimme
boerenzonen die gingen besturen, later wel vergaderboeren genoemd. Ze waren doorgaans
in de Zijpe en omstreken geboren, ze hadden niet veel meer dan lagere school, waren
gehuwd en hadden kinderen. Bij hun aantreden als dijkgraaf waren ze gemiddeld 55 jaar
oud en ze bleven 13 jaar aan. Ze waren hoofdingeland en/of heemraad geweest en lid van
(veel) meer besturen, vaak voorzitter.
Volkert Bakker was weliswaar geboren in Stroe op Wieringen (in 1791), maar trouwde in 1814 in Zijpe met Neeltje Kok uit Barsingerhorn. Die stierf al begin 1819. Bakker hertrouwde twee jaar later in Zijpe met Grietje Govers, een 23-jarige Zijpse 'dienstmeid'. Ze kregen samen zes kinderen, naast de twee uit het eerste huwelijk. In 1826 was Bakker eigenaar van 'De Hoop' (nu Gr.Sloot 438 in Keinsmerbrug, waar nu weer een Volkert Bakker woont - een nazaat). Dat was een behuizing met een singel, waarbinnen ook een boomgaard en een houtbosje als restant van dit voormalige buiten. Hij kocht er grond bij en bezat ook een hoeve in de polder I. Van 1842 tot 1845 was Volkert Bakker hoofdingeland en van 1845 tot zijn overlijden in 1848 dijkgraaf van de Zijpe.
Er volgden vanaf 1855 negen vergaderboeren-dijkgraven: Jacob Schrieken (1855-1871), Tamis Rampen (1871-1887), Klaas Biersteker (1887-1894), Klaas Francis (1894-1917), Jacob Bos (1917-1921), Cornelis Hooij (1921-1935), Cornelis Tiel (1935-1954), Gerrit Schuijt (1954-1975) en Cornelis Marees (1975-1980/88). In 1980 ging de Zijpe en Hazepolder op in 'de Aangedijkte Landen en Wieringen', in 1994 in 'Hollands Kroon' en recent in Hollands Noorderkwartier (heel Noord-Holland boven het IJ).
Bronnen:
Tekst: Frank van Loo