[logo Zijper Museum]
>

[Homepage ZM] --> [Canon van Zijpe] --> [1865]

Canon van (de) Zijpe
overzicht
-2600   719   920   1200   1230   1421  
1551   1552   1553   1557   1596   1597   1600   1609   1610   1669   1701   1722   1733   1785   1799  
1800   1817   1819   1845   1846   1865   1880   1898   1912   1913   1916   1929   1934   1940   1957   1960   1970   1997   1999

Venster 27:
1865: Spoorlijn Den Helder-Alkmaar door de Zijpe

De eerste spoorlijn in ons land was die tussen Amsterdam en Haarlem, van 1839. Die werd doorgetrokken, via Leiden en Den Haag, naar Rotterdam (gereed in 1847). De lijn Amsterdam-Utrecht-Arnhem was in 1845 in gebruik genomen. Het waren particuliere initiatieven. De rijksoverheid vond aanvankelijk dat Nederland met zijn zeer goede waterwegennet geen spoorwegen nodig had. Maar in 1860 kwam er een wet die de staat het aanleggen van spoorwegen opdroeg en aan particulieren de exploitatie liet. Den Helder was, zeker na 1851, de voornaamste voorhaven van Amsterdam geworden. Maar de steeds groter wordende (stoom-)schepen konden het te krap opgezette Noord-Hollands kanaal niet door. En dus moest er een spoorverbinding komen [en per 1876 het Noordzeekanaal].

Tracé
Spoorlijn K, zoals de lijn eigenlijk heette, was in 1860 in de planning opgenomen, maar er kwam onenigheid over het tracé: westelijk of oostelijk van het Noord-Hollands kanaal. In eerste instantie werd gekozen voor westelijk, dat wil zeggen langs de duinen. Schagen en Zijpe/Anna Paulowna verzetten zich daartegen. Men kon, vanuit Den Helder gezien, de marktplaats en belangrijke agrarische gebieden toch niet links laten liggen. Een oostelijk tracé zou meer vracht en meer passagiers opleveren.


De spoorlijn door het noordoostelijke puntje van de Zijpe

Het werd oostelijk: van Den Helder via Anna Paulowna, Oudesluis, Schagen en zo verder. Dankzij de lobby van invloedrijke bestuurders van de jonge Anna Paulownapolder kwam er een station in die polder en niet in Oudesluis.

Halte
In 1865 had het Zijper gemeentebstuur tevergeefs een halte in Oudesluis bepleit. In 1879 vroegen de Oudesluizers zelf of er niet één of meer treinen in het dorp konden stoppen. Ja, dat kon. Er kwam een perron, een wachthuisje en aan het spoorhuis een loket en later nog een lantaarn voor de vroege en late reizigers. Maar tot 1891 was het niet meer dan een 'halte op verzoek'. Daarna stopten er twee treinen op marktdagen. Na een brief met 80 handtekeningen en een stil verzoek van de geestelijkheid van 't Zand. Vanaf 1905 stopte er om de twee uur een trein in beide richtingen.


De spoorhalte van Oudesluis in waarschijnlijk de jaren '20

In de nadagen van de grote economische crisis werd in 1938 de halte Oudesluis wegbezuinigd. Maar in 1941 weer opengesteld. Oudesluis was toen een veilige plaats waar veel inwoners van Den Helder de nacht doorbrachten. De stad met z'n vele militaire objecten werd immers 's nachts vaak gebombardeerd. Het was nog nooit zo druk geweest op het stationnetje van Oudesluis. Maar in 1946 was het echt over, waarna de voorzieningen langzamerhand gesloopt werden.

Spoorhuis
Op alle openbare overwegen kwam een spoorhuis. Daarin huisvestte de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatsachappij (HIJSM) een baanwerker en zijn vrouw, die als overwegwachteres fungeerde. Zij was in dienst van het spoor en droeg een uniform.


De overwegwachteres bij Oudesluis

Bij de halte Oudesluis woonde het echtpaar K, Nap-Rozenbroek. Mevrouw Nap verkocht ook kaartjes. Toen het echtpaar Nap 25 jaar getrouwd was, kreeg het van 'de ingezetenen van Oudesluis en omwonende marktbezoekers' een fraaie linnenkast, een tafel en een inktstel - als blijk van waardering voor 'de voorkomendheid en hulpvaardigheid' van de wachteres. Aldus de Zijper Courant van 9 november 1890.

Bronnen:

 
Tekst: Frank van Loo