[logo Zijper Museum]
>

[Homepage ZM] --> [Canon van Zijpe] --> [1898]

Canon van (de) Zijpe
overzicht
-2600   719   920   1200   1230   1421  
1551   1552   1553   1557   1596   1597   1600   1609   1610   1669   1701   1722   1733   1785   1799  
1800   1817   1819   1845   1846   1865   1880   1898   1912   1913   1916   1929   1934   1940   1957   1960   1970   1997   1999

Venster 29:
1898: De grote brand van Schagerbrug

Piet Doorn zou het nooit vergeten. Hij was 15 toen. Het begon in de nacht van dinsdag 26 op woensdag 27 september om half een. Op de zolder van bakkerij De Jager aan de Groote Sloot [later De Waard tenten]. De bakker viel met een petroleumlamp in zijn hand. De eruitlopende brandende vloeistof deed de takkenbossen om de oven mee te stoken ontbranden. Er stond een sterke noordoosten wind en dus breidde de vuurhaard zich snel uit in zuidelijke richting. Naar de kleermakerij van W.F. Niestadt [nu Grote Sloot 352], het woonhuis van K. Plevier en het grote hoekpand [later Leek] Groote Sloot/ Schagerweg. Het ging de hoek om naar slagerij Stöve en de Schagerweg over naar Het Wapen van de Zijpe/De Koepel. Vonken waaiden naar de overkant van de Groote Sloot, naar de boerderij van Jb Harp [nu Schagerweg 22], de wagenmakerij van Ligthart en nog een winkel [nu Grote Sloot 345]. Veel vee kon gered worden, maar bij Harp niet twee koeien, twee kalveren en een jaagpaard van schipper T. Schotvanger. "En maar één spuit tot blussing", aldus de Zijper Courant.

Brandweer
Tot 1807 waren er alleen ge- en verboden, bedoeld als brandpreventie. Zoals de keur van 1733 die verbood dat men voortaan met een brandende pijp in werkplaatsen of panden met brandbaar materiaal kwam. De boete was 3 gulden, het weekloon van een boerenarbeider. Voor hooibroei waren namens de polder hooistekers aangesteld, maar verder moest ieder zich bij brand maar zien te redden.


Een 19e eeuwse brandspuit.
In 1807 werden door de bestuurders van de Zijpe twee brandspuitjes aangeschaft, omdat koning Lodewijk Napoleon dat verordoneerd had. Ze werden geplaatst in Schager- en St. Maartensbrug. In geval van brand moesten alle mannen, met een eigen emmer, opdraven en helpen blussen. Voor 1200 gulden werd in 1840 een 'gewone pers- en zuigbrandspuit' in Schagerbrug geplaatst en vrij spoedig ook een in Burgerbrug. Later volgden de andere grotere dorpen.
Per spuit werden een opperbrandmeester en twee brandmeesters aangewezen; ze kregen een staf ter onderscheiding.


Zijper brandweerstaf uit de 19e eeuw.

Per spuit waren zo'n 100 man nodig, waarvan alleen al 64 pompers in vier ploegen van zestien. Vanaf 1856 waren alle mannen van 25 tot 50 jaar oud verplicht om bij brand op te draven. Vrijgesteld daarvan waren alleen de geestelijken, de onderwijzers, veldwachters en lichamelijk gehandicapten. Twee keer per jaar werd geoefend en er werd goed samengewekt met de spuitploegen van de omliggende gemeenten. In 1879 besloot de gemeente om voortaan vrijwilligers in te schakelen, die 25 cent per uur krgen voor hun inzet bij branden.

"Ons aardig dorpje is een ruïne"
Dat schreef de Zijper Courant van 27 april.
"Niet minder dan 13 woningen zijn een offer van het allesverteerende vuur geweest. 16 gezinnen (71 personen) zijn van have en huisvesting beroofd. Het vuur greep zoo snel om zich heen dat van de boedel van de 16 getroffen gezinnen zo goed als niets gered kon worden. Ze waren nauwelijks gekleed hun huis uit gerend. Het geld, de kasboeken en meer noodige dingen van waarde zijn een prooi der vlammen geworden".
Diverse dorpelingen deden goed werk, zoals de schooljongen Arthur Feissers, die op een fiets sprong om de brandweer van Schagen te waarschuwen. Telefoon was er nog niet. Hij kreeg later een horloge van burgemeester Hulst van Zijpe. Piet Doorn herinnerde zich ook nog dat "bij het blussen van de twee café's de brandweerlieden van de diverse korpsen die hulp boden, zich te goed gedaan hebben aan de voorraad 'geredde'drank, hetgeen de vrolijkheid enorm deed toenemen". Nu ja, er waren geen ernstig gewonden of doden bij deze grote brand te betreuren.


De ravage na de brand op de hoek van de Schagerweg en de Groote Sloot.

De Zijper Courant schreef ook:
"De prachtige koepel van het logement van Bruin [zie venster 1785] - waarop de Schagerbrug trots was - waarin men alle zijden van het dorp kan bezien en het Polderbestuur van Zijpe zijne vergadering hield, ging bij deze brand verloren."
En de krant vervolgde:
"Aan giften werd ruim 1000 gulden ingezameld. Dat werd in de raadsvergadering van 25 juni verdeeld onder de hulpbehoevenden. Tijdens deze vergadering kwam jhr.mr. D. van Foreest, kantonrechter te Schagen [en voorzitter van polder het Koegras] 105 gulden brengen voor de hulpbehoevenden die niet of onvoldoende verzekerd waren".
De Koepel werd al snel weer opgebouwd, evenals veel andere panden.


De situatie op de hoek van de Schagerweg en de Groote Sloot in 1914.

Bronnen:

 
Tekst: Frank van Loo