![]() | > |
In 1912 verrees aan de Schagerweg 'Buitenzorg, Algemeen tehuis voor ouden van dagen en hulpbehoevenden'. [aan het gedeelte wat nu Stolperweg heet, op de plek waar thans het recreatiehuisjescomplex Zwanenwater is] Voor die tijd een modern tehuis, waar op gezag van het Algemeen Armbestuur van Zijpe 38 'verpleegden' onderdak vonden. Van 1928 tot 1951 zwaaide mevrouw Troost er de scepter.
Tijdens de oorlog '40-'45 was in dit pand een tijd lang een 'Puff', dat wil zeggen een bordeel voor de bezettingstroepen. De prostituees kwamen, op een contract van vier maanden, uit België, Frankrijk en Spanje. De bejaarde bewoners waren toen elders ondergebracht.
Armenhuis
Tot 1912 bestond het 'Armenhuis van de Zijpe', ook aan de Schagerweg, maar wat meer naar het
Noordhollands kanaal [nu Stolperweg 33]. Het was een in 1820 aangekocht en verbouwd café en werd
dan ook 'het Brandewijnhuis' genoemd. Het bood onderdak aan arme weduwen met hun kinderen,
'gebrekkigen', wezen (1825-1854) en 'oude lieden'.
Een vader en moeder bestierden de boel namens het armbestuur. Per 1841 moest er bezuinigd worden en het menu luidde voortaan als volgt: 's morgens en 's avonds goed doorgekookte gort met melk of karnemelk en bij gebrek daaraan meer boter; alleen op zondagavond in plaats van gort een beschuit met boter en koffie. Het middageten:
Arme ouderens
Naar het eind van de eeuw veranderde de samenstelling van de bewoners van het Armenhuis. Er waren
inmiddels gespecialiseerde instituten in ons land gekomen voor bijv. psychiatrische pati:enten en
blinden. En door de stijgende welvaart, betere hygiëne en gezondheidszorg daalde het aantal jonge
weduwen en werden de mensen in het algemeen ouder. Maar pensioenvoorzieningen waren er
nauwelijks, dus was er meer opvang voor zorgbehoevende arme ouderen nodig. Dat leidde in 1912 tot
'Buitenzorg'. Maar de geschetste ontwikkelingen zetten door en dus was dat in 1946 veel te klein
geworden. Het armbestuur maakte een plan voor uitbreiden van Buitenzorg naar 106 bedden, ook voor
ouderen uit het dichtbij gelegen Callantsoog.
Maar het plan was nogal duur en zo werd nieuwbouw aan de Schagerweg [huidige gemeentehuis] een
optie. Vanwege bureaucratie, vooral van de provincie, en de beperkte middelen zo kort na de
oorlog, duurde het tot 1952. Maar toen werd 'Zuiderzon' van de Noordwijkse architect Drexhage
geopend, met eromheen een park met vijver, boomgaard en moestuin aangelegd in het kader van de
werkverschaffing (DUW). Opdrachtgever was de Sociale Dienst van Zijpe.
Het zou het eerste grote rusthuis in Noord-Holland geweest zijn. Hoe dan ook, het omvatte 31 eenpersoons en 30 tweepersoons kamers, een ziekenzaal voor 10 personen, 13 personeelskamers en een woning voor de directrice/hoofd van de huishouding. Dat was van 1955 tot 1974 Mej. C.M. (Nel) van Beek. Naast de directrice werkten er 8 dienstmeisjes (waarvan 3 intern), een stoker, een hoofd administratie en een administratieve hulp, twee verpleegsters, een werkster, een naaister, twee dagmeisjes en losse hulpen.
Zuiderzon was gebouwd voor maximaal 90-100 bewoners, maar in 1955 waren dat er 112. Het deed
dienst tot 1978 en was daarna een tijdje opvangcentrum voor Vietnamese bootvluchtelingen, tot het
werd omgetoverd tot gemeentehuis (inclusief het Zijper Museum in een deel van de oostelijke
vleugel), dat opende in september 1984.
'Buitenzorg' deed na 1952 onder meer dienst als pension en rond 1975 was het opvangcentrum voor
Surinamers, die in verband met de komende onafhankelijkheid van dat land (1976, waardoor ze de
Nederlandse nationaliteit met bijbehorende rechten zouden verliezen.) hun heil hier zochten.
Daarna stond het een tijd leeg, werd gekraakt en brandde tenslotte af.
In 1972 was 'de Zandstee' in 't Zand verrezen, een verzorgingshuis met 48 'bedden'. Er kwamen
senioren-woningen in Schagerbrug, 't Zand en Petten. De trend werd immers zo lang mogelijk 'op
jezelf' wonen. Omdat heel wat ouderen dat echt wilden en er steeds meer ouderen kwamen en op
grote schaal opnemen in tehuizen veel te duur zou worden.
Bronnen:
Tekst: Frank van Loo