[logo Zijper Museum]
>

[Homepage ZM] --> [Canon van Zijpe] --> [1912]

Canon van (de) Zijpe
overzicht
-2600   719   920   1200   1230   1421  
1551   1552   1553   1557   1596   1597   1600   1609   1610   1669   1701   1722   1733   1785   1799  
1800   1817   1819   1845   1846   1865   1880   1898   1912   1913   1916   1929   1934   1940   1957   1960   1970   1997   1999

Venster 30:
1912: Tehuis voor ouden van dagen 'Buitenzorg' geopend

In 1912 verrees aan de Schagerweg 'Buitenzorg, Algemeen tehuis voor ouden van dagen en hulpbehoevenden'. [aan het gedeelte wat nu Stolperweg heet, op de plek waar thans het recreatiehuisjescomplex Zwanenwater is] Voor die tijd een modern tehuis, waar op gezag van het Algemeen Armbestuur van Zijpe 38 'verpleegden' onderdak vonden. Van 1928 tot 1951 zwaaide mevrouw Troost er de scepter.


'Buitenzorg' in of kort na 1912


'Buitenzorg' eerste helft 20e eeuw

Tijdens de oorlog '40-'45 was in dit pand een tijd lang een 'Puff', dat wil zeggen een bordeel voor de bezettingstroepen. De prostituees kwamen, op een contract van vier maanden, uit België, Frankrijk en Spanje. De bejaarde bewoners waren toen elders ondergebracht.

Armenhuis
Tot 1912 bestond het 'Armenhuis van de Zijpe', ook aan de Schagerweg, maar wat meer naar het Noordhollands kanaal [nu Stolperweg 33]. Het was een in 1820 aangekocht en verbouwd café en werd dan ook 'het Brandewijnhuis' genoemd. Het bood onderdak aan arme weduwen met hun kinderen, 'gebrekkigen', wezen (1825-1854) en 'oude lieden'.

Een vader en moeder bestierden de boel namens het armbestuur. Per 1841 moest er bezuinigd worden en het menu luidde voortaan als volgt: 's morgens en 's avonds goed doorgekookte gort met melk of karnemelk en bij gebrek daaraan meer boter; alleen op zondagavond in plaats van gort een beschuit met boter en koffie. Het middageten:

(*kool, of uien, of wortelen of rapen - zoveel mogelijk van de eigen boerderij, die bij het Armenhuis hoorde en waar de 'verpleegden' werkten.)

Arme ouderens
Naar het eind van de eeuw veranderde de samenstelling van de bewoners van het Armenhuis. Er waren inmiddels gespecialiseerde instituten in ons land gekomen voor bijv. psychiatrische pati:enten en blinden. En door de stijgende welvaart, betere hygiëne en gezondheidszorg daalde het aantal jonge weduwen en werden de mensen in het algemeen ouder. Maar pensioenvoorzieningen waren er nauwelijks, dus was er meer opvang voor zorgbehoevende arme ouderen nodig. Dat leidde in 1912 tot 'Buitenzorg'. Maar de geschetste ontwikkelingen zetten door en dus was dat in 1946 veel te klein geworden. Het armbestuur maakte een plan voor uitbreiden van Buitenzorg naar 106 bedden, ook voor ouderen uit het dichtbij gelegen Callantsoog.
Maar het plan was nogal duur en zo werd nieuwbouw aan de Schagerweg [huidige gemeentehuis] een optie. Vanwege bureaucratie, vooral van de provincie, en de beperkte middelen zo kort na de oorlog, duurde het tot 1952. Maar toen werd 'Zuiderzon' van de Noordwijkse architect Drexhage geopend, met eromheen een park met vijver, boomgaard en moestuin aangelegd in het kader van de werkverschaffing (DUW). Opdrachtgever was de Sociale Dienst van Zijpe.


Zuiderzon op 23 augustus 1952


Zuiderzon ca. 1980

Het zou het eerste grote rusthuis in Noord-Holland geweest zijn. Hoe dan ook, het omvatte 31 eenpersoons en 30 tweepersoons kamers, een ziekenzaal voor 10 personen, 13 personeelskamers en een woning voor de directrice/hoofd van de huishouding. Dat was van 1955 tot 1974 Mej. C.M. (Nel) van Beek. Naast de directrice werkten er 8 dienstmeisjes (waarvan 3 intern), een stoker, een hoofd administratie en een administratieve hulp, twee verpleegsters, een werkster, een naaister, twee dagmeisjes en losse hulpen.


De staf van Zuiderzon begin jaren '60. Rechts directrice Van Beek

Zuiderzon was gebouwd voor maximaal 90-100 bewoners, maar in 1955 waren dat er 112. Het deed dienst tot 1978 en was daarna een tijdje opvangcentrum voor Vietnamese bootvluchtelingen, tot het werd omgetoverd tot gemeentehuis (inclusief het Zijper Museum in een deel van de oostelijke vleugel), dat opende in september 1984.
'Buitenzorg' deed na 1952 onder meer dienst als pension en rond 1975 was het opvangcentrum voor Surinamers, die in verband met de komende onafhankelijkheid van dat land (1976, waardoor ze de Nederlandse nationaliteit met bijbehorende rechten zouden verliezen.) hun heil hier zochten. Daarna stond het een tijd leeg, werd gekraakt en brandde tenslotte af.
In 1972 was 'de Zandstee' in 't Zand verrezen, een verzorgingshuis met 48 'bedden'. Er kwamen senioren-woningen in Schagerbrug, 't Zand en Petten. De trend werd immers zo lang mogelijk 'op jezelf' wonen. Omdat heel wat ouderen dat echt wilden en er steeds meer ouderen kwamen en op grote schaal opnemen in tehuizen veel te duur zou worden.

Bronnen:

 
Tekst: Frank van Loo