![]() | > |
'In de vroege morgen (4 uur) van vrijdag 10 mei 1940 deed een zeer zwaar geschutsvuur de deuren en ramen [van C.J. de Wit in 't Zand] trillen en schudden'. De oorlog was begonnen. Op 16 mei kwamen de Duitsers de Zijpe in.
Bijdrage aan overleven anderen
Alles overziende hebben inwoners van Zijpe (inclusief Petten) vrij ruim bijgedragen aan het
overleven van anderen uit Noord-Holland en de Randstad:
De ontruiming en afbraak van Petten
Op 11 augustus 1942 kregen de Pettemers en de bewoners van de Hazepolder, de Leihoek en de
Pettemerkluft
te horen dat ze vóór 21 augustus hun huizen ontruimd moesten hebben. In totaal 365 mensen
moesten weg, 119 woningen zijn in fasen afgebroken, plus een aantal andere panden zoals de
jeugdherberg, het voormalige raadhuisje, de lagere school en de kerk. Alleen in het
Korfwater bleef wat bebouwing staan.
Na de oorlog, in 1946, kwam er een nooddorp bestaande uit barakken uit Schoorl aan de Zuiderhazedwarsdijk. Eerst in 1950 was Petten volledig herbouwd.
Callantsoog ontruimd
Op 20 augustus 1942 moest ook dit kustdorp ontruimd zijn. Het werd niet afgebroken, maar
de huizen kregen wel veel te lijden. Aan de Oosterweg, dicht bij de Noord-Schinkeldijk,
verrees 'Hollywood': uit het dorp verplaatste zomerhuisjes voor 25 Callantsoger gezinnen.
De overige dorpsbewoners kwamen overal terecht, ook in de Zijpe. Op 26 april 1943
ontplofte een munitieopslag midden in het dorp, waarbij Duitse soldaten zijn omgekomen en
veel schade werd aangericht.
Dagelijks leven
Toen de oorlog uitbrak was de zware economische crisis van de jaren '30 nog maar net
achter de rug. De meeste mensen hadden het verre van breed gehad en waren wel wat gewend.
De eerste twee oorlogsjaren veranderde er niet zo heel veel. Maar daarna kwam er een
avondklok: aanvankelijk mocht je na 10 uur 's avonds niet meer buiten, vervolgens na 20.00 uur.
Ook kwam er Sperrgebiet.
Rookwaar werd steeds schaarser en dat in een tijd dat bijna iedereen rookte. In mei 1943
moesten de radio's ingeleverd zijn en ook fietsen werden in beslag genomen. In oktober
1944 stopte de energievoorziening. Er was dus geen stroom meer. Spoorbielzen,
telefoonpalen en de bomen langs de Ruigeweg verdwenen om als brandstof te dienen. De
scholen werden gevorderd en de jeugd kreeg les in de kerk of in een kippenhok.
De sport, vooral voetbal ging tot het laatste oorlogsjaar gewoon door en er was ook ander vermaak. Af en toe stortte er een vliegtuig neer of werden bommen afgeworpen.
Verzet
Ruim 60 inwoners van Zijpe [= bovengemiddeld], waaronder zes vrouwen en 16 geëvacueerden
uit Den Helder, die tijdens een deel van de oorlog in Zijpe en Schagen woonden, waren
betrokken bij het verzet. Dat bestond vooral uit hulp aan onderduikers (onderdak en
voedsel), bevolkingsregisters weghalen en persoonsbewijzen vervalsen. Ambtenaar Piet Ott
(geboren in 1916) leidde het Zijper verzet, onder de schuilnaam Van Reewijk. Hij en zijn
echtgenote Nel Gootjes hadden vanaf mei 1942 ook nog het joodse echtpaar Elion in huis.
Op veel minder stond al de doodstraf.
Bronnen:
Tekst: Frank van Loo