![]() | > |
In 1955 is in Den Haag de Stichting Reactor Centrum Nederland opgericht. Met als doel: kennis verwerven over en ervaring opdoen met kernreactoren. Lees: de eerste reactor in ons land bouwen. Maar waar moest dit onderzoekscentrum met zijn onderzoeksreactor komen? Aan de kust in verband met het benodigde koelwater, te lozen reactorkoelwater en voor het geval er iets mis zou gaan. 'Daarom werd rond de vestigingsplaats, om een eventuele evacuatie niet al te bezwaarlijk te maken, een geringe bevolkingsdichtheid verlangd'.
Eigenlijk was er maar één lokatie: 'De Rietput' benoorden Petten, 'met als groot pluspunt het maar 2 kilometer daarachter lopende Noordhollands Kanaal als bron van koelwater'.
De eerste fase
Het terrein was van Staasbosbeheer, het RCN kreeg het in erfpacht. Op 28 augustus ging de eerste
spade de grond in. Aannemers en RCN-medewerkers bevolkten Hotel Jagerslust [Homan] in St.
Maartensvlotbrug. Begin 1958 vestigden zich de eerste drie RCN-medewerkers in een keet op het
terrein in de duinen. Vervolgens verrees geleidelijk het hele complex, inclusief de Hoge Flux
Reactor (HFR). Van heinde en verre kwamen de technici en academici - ze vestigden zich vooral in
Alkmaar en Bergen-; het 'lagere' personeel kwam veelal uit de omgeving. In 1961 werd een kleine Lage
Flux Reactor uit Engeland in de westelijke vallei in gebruik genomen.
De HFR werd overgedragen aan Euratom, de in 1956 opgerichte Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.
Die vestigde in Petten ook een deel van zijn Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO).
Groei
Philips Duphar, de farmaceutische tak van Philips, kwam erbij voor de radioactieve isotopen. Eind
1970 werkten er 1160 mensen op het complex: ruim 900 bij RCN, ca. 160 bij GCO en bijna 100 bij
Duphar. Als voorwaarde voor de bedrijfsvergunning voor de HFR was bepaald dat het RCN een eigen
beroepsbrandweer moest hebben. Daarvan profiteerde de gemeente Zijpe, want die RCN-brandweer ging
de brandbestrijding in het (zuid-)westen van de gemeente verzorgen. En de centrale meldkamer van
het RCN ging ook voor de hele gemeente werken.
Radioactief afval
Laag- en middelactief radioactief afval werd al vroeg diep in de Atlantische Oceaan afgezonken.
Maar Greenpeace probeerde dat in toenemende mate te verhinderen. En met behulp van andere
'onderdelen' van de anti-kernenergiebeweging werden de wegtransporten ervan van Petten naar
IJmuiden gehinderd. Steeds meer en dat leidde tot veel poltie-inzet, 'uiteindelijk oplopend tot
ongeveer duizend man, een aantal paarden en honden, talloze auto's, een licht vliegtuig en een
helicopter'. In 1982 besloot de regering te stoppen met dat afzinken. De opslag moest worden
geregeld, door de hiertoe opgerichte Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA).
Aanvankelijk was COVRA in Petten gevestigd en werd aldaar al het radioactief afval opgeslagen in
loodsen. Rond 2000 waren er geregeld problemen.
Veranderingen
Philips stootte Duphar af en de Pettemer vestiging kwam in handen van het Amerikaanse chemieconcern
Mallinckrodt (en enige tijd de Duitse firma Byk), thans is het Covidien. In 1976 besloot het
kabinet dat het RCN voortaan ECN moest heten: Energie Onderzoek Centrum Nederland, gericht op het
verwerven van kennis op het gebied van de gehele energievoorziening. Wind- en zonne-energie kwamen
nadrukkelijk in beeld.
In 1983 is het reactorvat van de HFR vernieuwd; 'het oude vat werd ter plekke onder water door een
horizontale lintzaag in plakken gesneden. Eén daarvan vormt sindsdien de wijzerplaat van de klok
die vanaf de GCO-ingang is te zien'.
Door bezuinigingen/gedwongen ontslagen in 1984 en 1996 liep het personeelsbestand van ECN terug naar
circa 700. In 1995 werkten er ongeveer 1300 mensen op het complex in de duinen, waarvan er toen 183
in de gemeente Zijpe woonden.
In 1998 is het nucleair onderzoek, dat tot dan in Nederland werd uitgevoerd bij ECN en KEMA,
samengevoegd en ondergebracht in de Nuclear Research Group (NRG), een vennootschap onder firma
(VOF). Met als vennoten: ECN voor 80 en KEMA voor 20%.
Thans (2009) werken er circa 600 mensen bij het ECN, 300 bij NRG, 250 bij Covidien en ca. 200 bij
GCO.
Bronnen:
Tekst: Frank van Loo