Geschiedenis van de Zijpe in het kort
L.F. van Loo
Vóór 1597
Het kwelder- en waddengebied vóór de Westfriese zeedijk zorgde voor een aanhoudende waterdruk op deze dijk. Bij storm werd dit gebied overspoeld en zorgde het opgestuwde water voor gevaarlijke situaties aan de dijk. Reeds in 1392 had een grafelijke commissie verklaard, dat het landsbelang vorderde, dat de Zijpe bedijkt moest worden.
In 1549 nam de beroemde schilder Jan van Scorel het initiatief tot de eerste bedijking van de Zijpe. Mede door de adviezen van de ervaren waterstaatkundige Andries Vierling lukte het om binnen één jaar de bedijking te voltooien.
Na ernstige problemen en overstromingen zag de landsheer, Philips II, zich genoodzaakt in het voorjaar van 1556 de noodzakelijk geworden tweede bedijking ter hand te nemen. Met zeven watermolens werd de polder drooggemalen.
De Allerheiligenvloed van 1570 veroorzaakte wederom grote schade aan de dijken. De daarop volgende derde bedijking van 1572 werd niet voltooid.
Nadat op een vergadering van afgevaardigden van de Noord-Hollandse steden in 1594 was vastgesteld dat bedijking van de Zijpe (wederom) in ‘s lands belang was, werd door de Staten van Holland en West-Friesland octrooi tot bedijking verleend. Door een kwart eeuw overstroming en inundatie diende veel schade te worden hersteld.
Na 1597
Uiteindelijk in 1597 was de bedijking voltooid en werd de Zijpe de eerste succesvolle inpoldering van enige omvang in Holland. In 1598 werden de herverkavelde gronden van de Zijpe opnieuw uitgegeven.
Mede door de “dorheijt van ‘t seesant” verliep de ontginning moeizaam. Rond 1625 telde de polder slechts 1283 inwoners. De bestuurlijke zaken werden buiten de Zijpe geregeld in de “Zijpsche Kamer” van het Alkmaarse stadhuis.
Hoewel reeds in 1795 een begin werd gemaakt met een splitsing van waterstaatbestuur, burgerlijk bestuur en rechtspraak bleef de feitelijke macht tot omstreeks 1850 aan het polderbestuur.
Vanaf 1812 tot 1817 vormde de Zijpe en Hazepolder samen met Callantsoog en Petten één gemeente. Nadat aan deze situatie een einde was gekomen, werd in 1839 opnieuw geprobeerd deze gemeenten samen te voegen, hetgeen geen doorgang vond.
Na 1900
In 1929 werd Petten echter weer bij de Zijpe gevoegd. Nog sterker dan voor de Zijpe, geldt dat Petten gedurende vele eeuwen de strijd tegen het water heeft moeten voeren. Tweemaal is dit dorp volledig verzwolgen door de zee. Een derde verwoesting vond in de oorlogsjaren door de bezetter plaats.
Na een gemeentelijke herindeling per 1 januari 1990 werden de voormalige gemeenten Callantsoog en Zijpe samengevoegd tot de nieuwe gemeente Zijpe.
1997
De huidige gemeente Zijpe is ongeveer 9.500 hectaren groot en telde per 1 januari 1994 ruim 11.000 inwoners. De gemeente kent een achttal dorpen, waarvan Callantsoog, Petten, ‘t Zand en Schagerbrug de grootste zijn.
Het gemeentehuis staat in het laatstgenoemde dorp.
De agrarische sector is de belangrijkste pijler van economische activiteit in Zijpe. Juist door de in het verleden als negatief ervaren aanwezigheid van zanderige gronden heeft de bloembollencultuur en met name de lelieteelt een grote vlucht genomen. Het noordelijk zandgebied, waarvan de Zijpe onderdeel uitmaakt, is uitgegroeid tot het grootste bloembollengebied van Nederland.
Door de ligging aan de Noordzeekust is in Zijpe, met een kustlijn van ruim 14 kilometer, ook de toeristisch/recreatieve sector van groot economisch belang.
Daarnaast zijn het Energie Onderzoek Centrum Nederland, Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek en Mallinckrodt Medical B.V. te Petten voor de werkgelegenheid belangrijke factoren.