Omschrijving : De Zijper polderindeling van Simon Meeuwsz. Titel : -- Landmeter : Simon Meeuws uit Edam Tekenaar : Simon Meeuws uit Edam Graveur : -- Drukker : -- Uitgever : -- Atlas : -- Afmeting : 41 x 32 cm Schaal : ca 1 : 25.000 Schaalstok : geen Orientatie : noorden rechts Datering : 1553 (1565/1567) Druktechniek : manuscriptkaart Kleur : Achterkant : Decoratie : - niet bestaand kerkje in het midden Vindplaats : - Den Haag, Nationaal Archief (Archief van het Huis Duivenvoorde inv.nr. 627, regest 93, 252). Het object heeft een nieuw inventarisnummer gekregen (nummer nog onbekend) Literatuur : - 2004: J.T. Bremer, De kop in kaart (afl. 3) in Zijper Historie Bladen, 22.4 (dec 2004), p, 3, met afbeelding. - 1981: M. (Marijke) Donkersloot-De Vrij, Topografische kaarten van Nederland vóór 1750, p. 67, Wolters-Noordhof Groningen (beschrijving nr. 96) - 1976: Henk Schoorl, 'Ballade van Texel', Toelichting bij de reproductie van een kaartfragment. Texel en omgeving in het midden van de 16de eeuw, Den Burg, 1976, p. 19-20, met afbeelding. - 1961: J. Westenberg, 'Oude kaarten en de geschiedenis van de kop van Noord-Holland'; N.V. Noord-Hollandse Uitgevers Maatschappij Amsterdam; p. 50 Opmerkingen : - Molens (totaal 5) in: B-e, E-c, F-fg, G-k, Q-f (allen langs de Groote Sloot). - Let op hoogte/breedte verhouding polder! Sterk vertekend weergegeven. - Verkavelingsplan; eenvoudige schets (let op de locatie van de knik's). - Bevat zowel polder- als kavelnummers. Beschrijvingen: =============== 2004: J.T. Bremer, p. 3 ----------------------- Op een kaart uit 1566 van Simon Meeuwsz., die al in 1553 een eerste (?) kaart van de Zijpe maakte, [note redactie: eerste? Zijn er meerdere?] staat met een vaag lijntje de grens klei/zand aangegeven. Op deze kaart staan nog slechts drie molens getekend (in B, E en F). Volgens D.A. Valcoogh, in zijn befaamde kroniek van de Zijpe waren er in 1570 al zeven molens. [note redactie: Ook in G en Q staat op de kaart een molen] 1981: M. (Marijke) Donkersloot-De Vrij, p. 67 --------------------------------------------- 96 blw. 5 [Een gedeelte van de Zijpe] [note redactie: een gedeelte?????] anoniem, [na aug. 1565 en vóór 1567] ms., 32 x 41 cm. schaal ca. 1 : 25.000, het noorden rechts De Zijpe is hier weergegeven in zijn tweede bedijking, met de verkaveling, kavelnummers en oppervlakten. Er zal vermoedelijk verband bestaan met de in 1564 gemaakte kaart van Pater Marten (vergelijk kaart nr. 95). lit. J. Westenberg (1961) p. 50. A.R.A. Archief van het Huis Duivenvoorde inv.nr. 627, regest 93, 252. R.A.N.H. A(492.631.285)l (fofb van de kaart). 1976: Henk Schoorl, p. 19 ------------------------- C. De verkaveling van de polder en de loting om de kavels. Belonje [1933] verhaalt uitvoerig hoe drie commissarissen van de Rekenkamer van Holland met hun secretaris op 7 april 1553 te Petten arriveerden, doorreisden naar St. Maarten en daar een onderhoud hadden met de ingelanden Van Scorel en Moys. Daar de wegen, vaarten en bermen nog niet waren aangelegd en gedolven, had een bezoek aan de polder geen zin. Wel konden de heren op 9 april de dijken visiteren. Na conferentie met de commissarissen stelden de bedijkers op 14 april de condities op volgens welke de polder zou worden verkaveld, waarbij de breedten van dijkbermen, vaarten en wegen werden vastgesteld en voorgeschreven. O.a. zou in het midden van de polder ruimte voor kerkbouw uitgespaard worden, zoals op een kaart werd genoteerd. De bekende Edamse landmeter Simon Meeuwsz. kreeg opdracht de polderindeling uit te meten en vervolgens de kavels uit te zetten, waarna de wegen, vaarten en kavelsloten volgens kaart zouden worden aangelegd en gedolven. De betreffende verkavelingskaart is bewaard gebleven in het archief Huis Duivenvoorde [Alg. Rijksarch. H. Duivenvoorde nr. 627, reg. 93, 252]. Vergelijking van het handschrift van deze anonieme kaart met het handschrift van een kaart van Simon Meeuwsz. (Bergermeer) te Parijs, toont dat de ongesigneerde kaart inderdaad van de hand van Simon Meeuwsz. is. In het midden van de polder is een kerkje getekend, dat echter nooit is gebouwd. De molens op de kaart zijn voorlopige ontwerpen. Bij de bouw en definitieve plaatsing zijn enige daarvan in andere kavels geplaatst. Simon Meeuwsz. stelde ook een onderzoek in naar de grondsoorten van de polder en deed daarvan opgaaf aan de commissarissen [Belonje, 1933]. Op de kaart geeft Simon Meeuwsz. met een lijn de scheiding tussen zand- en kleigronden weer. De kaart moet omstreeks of kort na het bezoek van de commissarissen, d.i. in april 1553 worden gedateerd [besproken Westenberg, 1961]. Simon Meeuwsz. nummerde met hoofdletters A-V 20 grote kavels, elk verdeeld in tien kleine, in de kaart aangegeven met opgave van kaveloppervlakten in morgens van 600 geestmerambachtse roeden. In de loop van de zomer van 1553 kwam de polderindeling door middel van wegen, vaarten en kavelsloten gereed, zodat in een grote vergadering te Petten op 23 october 1553 de loting om de kavels onder belanghebbenden kon plaatsvinden. Met deze toewijzing van kavels door loting, zowel aan de deelnemers in de bedijking als aan de keizer voor diens bij de octrooiverlening bedongen aandeel, was de inpoldering voltooid. Terecht kon Jan van Scorel verklaren, dat hij en zijn compagnons binnen 17 maanden 'deselve dijckacge, diewelcke ongelijck meerder is van begrijpe dan ghene andere, die binnen mensschen ghedencknisse gemaeckt is... gebracht hebben van eene opene, naacte ende zoutte schorre ofte waardt nyet alleenlick tot zeeweere, maar oock tot vollen dijcken ende vaste zeeckerheyt' [Belonje, 1933]. Hierin klinkt de\ gerechtvaardigde trots en tevredenheid door van de initiatiefnemer en doorzetter Jan van Scorel. 1961: J. Westenberg, p. 50 -------------------------- In een archief-dossier, aan te duiden als: Alg. Rijksarch., Arch. Huis Duivenvoorde, Inventaris nr. 627, regest 93, 252 (vermeld in ,Verslagen over 's Rijks Oude Archieven' 1920, I, p. 306, nr. 627) bevindt zich een anonieme plattegrond van de Zijpe, een ruwe penneschets op formaat 32x41, het noorden rechts (fotocopie in Rijksarch. Noordholland, A(492.631.285)1). Hoewel deze pretentieloze schets sterk is vertekend, is de afbeelding toch heel duidelijk wat betreft de verdeling van de polder in vakken (aangeduid met kapitale letters A tot en met V), die weer zijn onderverdeeld in kavels (gemerkt met kleine letters a tot en met k). In de kavels Q-f, F-g, B-e en E-c staan molens aangegeven en op grond hiervan kan men aan de hand van de notulen van de Zijpe (Arch. Zijpe- en Hazepolder) deze kaart dateren als te zijn tot stand gekomen ná augustus 1565 en vóór 1567 (BELONJE, handschr.); we hebben hier dus te maken met de tweede bedijkiiig van de Zijpe. In dit verband is het van belang op te merken, dat de Noordschinkel (96) hier verder naar het zuiden ligt dan bij de latere bedijkingsstadia. Verder valt te letten op een lijn, die wellicht dient om de afscheiding tussen de hoge en de laaggelegen terreinen aan te duiden en die achtereenvolgens loopt door de poldervakkcn L, G, C, D, I en K. Internet: ========= Bron getoonde kaart: ==================== Den Haag, Nationaal archief (scan uit boek "Zee van Land; De droogmakerij als atlas van de Hollandse landschapsarchitectuur")