Omschrijving : Zijper 1600-kaart van Baptista van Doetecum (Baptista Doetecomius); 2e staat Titel 1 : Zypae Titel 2 : Afcontrafeijtinge van t'Landt van den Zijpe : bedyckt inden jaere 1597, begrijpende binnen den ring zijner dijcken (lanck zijnde 5475 roeden, streckende van den Pettemer dijck bij de Laij, tot aen-den ouden Vrieschen Zeedijck bij oosten de Keijns) de nombre van 9060 morgens, tot 600 roeden de morgen, ende de roede van 12 voeten / Baptista Doetecomius sculp. Anno 1600 Landmeter : Gerrit Dirksz Langedijk (1560/61 - 1624) (gebaseerd op??) Tekenaar : Graveur : Baptista van Deutecum (Baptista Doetecomius ; ?? - 1611) Drukker : Cornelis Claesz (ca. 1551-1609) Uitgever : Atlas : Staat : 2e staat (voor de eerste staat zie elders op deze website) Afmetingen : - hout: 60.5 x 48.5 x 0.9 cm - kaart zelf: ca. 59 x 46.5 cm Schaal : Schaalstok : Orientatie : noorden links (linkslinksbeneden) Datering : ca. 1630 (vanwege inpoldering Wieringerwaard en uitgebreide intekening Callantsoog) Druktechniek : kopergravure (1 kaart) Kleur : Achterkant : Decoratie : Vindplaats : - Haarlem, Rijksarchief Noord-Holland (A(492.631.285)7^II) Literatuur : - 2014: G.J.H. van Nes, Unieke kaart van de Zijpe ontdekt in het Noord-Hollands Archief, Zijper Historie Bladen, 32.3, p. 14-19. - 1986: J. Belonje, Cartografie van de Zijpe, extra uitgave Zijper Historie Bladen 1986, p. 10 - 1981: M. (Marijke) Donkersloot-De Vrij, Topografische kaarten van Nederland vóór 1750, p. 67/68 (no. 97) - 1961: J. Westenberg, Oude kaarten en de geschiedenis van de kop van Noord-Holland, p. 53 - 1927: J. Belonje, Zeven attestaties van landmeters, betreffende de Zijpsche Dijken, De Navorscher, jrg. 76, p. 52+53 - 1918: F.C. Wieder, Merkwaardigheden, nr. 171, p. 688. Opmerkingen : - Geplakt op hout en zwaar vernist en verbruind. In zeer slechte staat. Delen van kaart ontbreken geheel. - Enige bekende exemplaar. - Vermelding achterop de kaart: Genie 's-Gravenhage 1857, blz 248 - Enkele verschillen (soms moeilijk waarneembaar) met de eerste staat van deze kaart: > Wieringerwaard is ingepolderd (na 1611) > Callantsoog is uitgebreid ingetekend (de eerste kaart van de Zijpe waar het dorp duidelijk weergegeven is!) > Getekend is: Dyck van 't Oochmer gat > Op deze kaart is voor het eerst de Droomer (1614) is ingetekend (en 'De Lay' is droogelegd) > Bebouwing lijkt aangepast Bc heeft bebouwing Bebouwing Bd uitgebreider In C alle kavels bebouwd > Het wapen (leeuw met zwaan) rechtsboven ontbreekt > Schaalstok rechtsonder ontbreekt Bron getoonde kaart: ==================== Regionaal Archief Noord-Holland Beschrijvingen: =============== 2014: G.J.H. van Nes Unique map op the Zijpe found in the Dutch archive center “Noord-Hollands Archief” / Gerard van Nes The North Holland Archives located in Haarlem, has a unique and later version of the famous map of the Zijpe (reclamation area near the coastal village of Petten in the North Western area of The Netherlands). The first version of this map was issued in the 1600s. The later version was most likely issued in 1620 and the found map seems at present to be the only known available printed copy. However, the physical condition of the discovered map is extremely poor, and as a result the uniqueness of this version never has been observed and described until now. The second version has several major changes including showing that the the village Callantsoog can be observed for the first time in detail. Also the Wieringerwaard has been reclaimed and the 'Dromerdijk' instead of 'De Lay' appears near the village Petten. In addition, the area with houses on the map is clearly more extensive. Hopefully a better print of this 2nd version op the famous 1600 map will be found in the future for further investigation. Zie het artikel: Unieke kaart van de Zijpe ontdekt in het Noord-Hollands Archief. 1986: J. Belonje ---------------- Mogelijk dat onderstaande tekst op deze staat van de Doetecomius kaart van toepassing is: In de notulen nu van 6 april 1630 werd opgenomen: "Is noch verstaen en geresolveert dat Dirck Gerritsz. Langedijck sall copieren de Sypse caert opt pertinentst soo wel hem doendelijck is en daer voor genieten de somne van (oningevuld gelaten !). Vermeld zij wellicht ten overvloede dat deze Dirck Langedijck eveneens een landmeter was en een zoon van de eerder genoemde Gerrit, die in zijn vak zijn vader zeker evenaarde. 1981: M. Donkersloot-de Vrij ---------------------------- In 1716 verklaren de landmeters Nicolaas Blijdenzin en G. Hengevelt dat bovenbeschreven kaart in 1618 aangevuld door A. Metius, op bepaalde punten nauwkeuriger is dan alle andere kaarten die zij van de bedijking van de Zijpe hebben gezien. Welke kaart van Metius zij bedoelen is onbekend. 1961: J. Westenberg ------------------- Latere afdrukken zijn bijgewerkt en tonen de Dromerdijk van 1614 (vgl. Conrad, 1864, p.15). 1927: J. Belonje ---------------- De laatste attestatie, uitgebracht door de twee Alkmaarsche landmeters N. Blijdenzin en G. Hengeveld is belangwekkend in verband met de daarin voorkomende mededeeling over de Zijpsche kaart van Baptista Doetecomius (zie Dr. Wieder "Gedenkwaardigheden" no. 171), door Anthonis Adriaensz. Metius in 1618 verbeterd. Zij vormt daarvan a.h.w. een verklaring. Waarschijnlijk werd de artestatie afgegeven om den toestand te leeren kennen van dat gedeelte van den ouden polder Zijpe, hetwelk bij de definitieve droogmaking van 1597 onbedijkt gelaten was en waarover o.a. in de Resoluties van de Staten van Holland d.d. 17 Dec. 1615 quaestie was. De inhoud van deze laatste acte, welke zieh eveneens in het archief van de Zijpe bevindt onder de losse stukken, is als volgt: Wij ondergesz bij den Ed. Hove van Hollant geadmitteerde lantmeeters residerende binnen de Stadt Alcmaar certificeren bij desen ten versoeke van de Ed: Heeren Regenten van de Zijpe dat wij op den 17 augustus 1716 ons hebben doen vinden op een stuk lant even bewesten den Noorder Schinkel alwaar deselve een bogt heeft ende op dat voorsz. lant hebben gesien eenige hoogtens die ons voorquamen als overblijffsels van een ouden vervallen dijk te meer omdat in deselve was leggende seker canaal van hout langh drie en seuventigh en wijt vijff voet (honsbossermaat) van welke het hout voor een gedeelte was uijtgedolven voorts hebben wij genomen een raijinge van de voorsz. hoogtens volgens het compas (de noortwesteringe geredueeert sijnde) en hebben bevonden deselve te strecken Oost ten Zuyden wel so Zuijdelijk, welke voorsz. raijinge wij hebben laten eijndigen op den Noorder Schinkel omtrent aght roeden ten Zuiden de bogt voorsz. en van daar voort geraijt tot op de noortsijde vande vogelcooy 1) leggende op het buijten velt en bevonden dat die rayinge is Oost ten Noorden wel so noordelijk. Vervolgens zijn wij gegaan na de voorsz. vogelcooij en hebben an de Noortsijde van de selve (en daar an verheelt) gevonden een seer sware wal in de forme van een dijk, die ons seer waarschijnelijk is voorgecomen als een overblijffsel van den ouden dijkstal van de Zijpe in welk gevoelen wij te meer sijn bevestigt om dat wij daags van te voren sijnde den 16-en der voors maant met de jaagschuijt varende van Alcmaar na de Zijpe in geselschap van den E .... 2) Muller Secretaris van Calants-oogh, onder meer andere redenen dan voorn Secretaris Muller hebben horen zeggen dat hij meende dat den wal leggende om de meergemelte vogelcooij voor een groot gedeelte gemaakt was van de spijs van het oude Sijpse dijk stal. Voorts hebben wij nogh met opmerkinge geexamineert sekere oude caarte vande Zijpe door Baptista Doetecomius gemaakt ao. 1600 ende vermedert door Antonius Metius Ingenieur Ao. 1618 welke ook de aanwijsinge van het oude Zijpse Dijkstaal op de noorthoek van de voorsz. vogelcooij heeft getrocken sijnde dito caarte aan ons voorgecomen van naukeuriger ende klaarder aantoninge (in dat geval) als alle andere later caarten die wij van de bedijkinge der gemelte zijpe hebben gesien Nicolaas Blijdenzin G: Hengevelt. 1) Waarschijnlijk het tegenwoordig nog bestaande terrein met vijver binnen een kade nabij de boerderij 'Ons Genoegen" ca. 100 M. West van het Gr. Noord Hollandsch Kanaal ten N. van den Zijpschen Zeedijk en ten Zd. van de Scheidingsvliet, zie Chrom. topogr. kaart v. h. Koninkrijk der Nederlanden blad 193 (edit. 1916). 2) Niet ingevuld. Bedoeld is Pieter Muller, die in juni 1733 te Callantsoog overleed (blijkens zijn grafzerk aldaar) als baljuw, schout en secretaris. Het laatste ambt had hij sinds 1693 bediend. 1918: F.C. Wieder ----------------- Latere afdrukken komen meer voor, van de oorspronkelijke (1600) ken ik slechts het exemplaar te Amsterdam