G.J.H. (Gerard) van Nes en L.F. (Frank) van Loo
Gepubliceerd in de Zijper Historie Bladen (ZHB)
23e jrg.nr.3 (sept. 2005), p.3-6.
Het Kaerius-Pitt kaartje van de Zijpe (1631/1682) (omslagillustratie ZHB)
De collectie van het Zijper Museum omvat een aantal fraaie grote en kleine kaarten van onze bedijking/polder.
De meeste uit de 17e eeuw. Een van die kaartjes is (verkleind) gebruikt voor de omslag van deze aflevering van
de Zijper Historie Bladen en -- in wat groter formaat -- gedrukt voor representatiedoeleinden. De historische
vereniging 'de Zijpe', het Zijper Museum en wellicht de gemeente willen dat als relatiegeschenk kunnen
aanbieden.
Maar van dit kaartje was in eerste instantie weinig bekend in het museum. Jan Bremer
is met z'n Kop in kaart-artikelen (1, 2, 3) nog niet zo ver gevorderd in de
tijd en Belonje vermeldt het niet in zijn cartografie van de Zijpe (4), dus zijn we
eerst zelf op zoek gegaan naar nadere informatie. En dat was fascinerend. Wat voor
kaarten hebben we precies in het museum en welke zijn er nog meer? Internet blijkt
dan een prima hulpmiddel, we zijn daarbij de hele wereld rond geweest.
Toen we een beetje wisten hoe een en ander in elkaar zat hebben we ons laten adviseren. Door Jan de Bruin, de kaartenspecialist van de Archiefdienst Westfriese gemeenten in Hoorn, Marc Hameleers, de (polder)kaartenexpert van het Gemeentearchief Amsterdam, Peter van der Krogt, de atlasexpert van de Universiteit Utrecht, Jan Werner, conservator kaarten en atlassen van de Universiteitsbibliotheek (UB), Universiteit van Amsterdam, Wim van Stormbroek van de kaartenzaal van de UB en inkleurdeskundige Truusje Goedings. Onze hartelijke dank. |
Agri Zypani (1617)
Op het eerste gezicht lijkt ons kaartje (zie de omslag) aardig op de kaart 'AGRI ZYPANI
Nova Descript' van Petrus Kaerius, Amsterdam 1617. Er hangt een versie in het
voorzaaltje van het Zijper Museum. Deze kaart is gedurende de jaren 1617-1622 in drie
verschillende atlassen verschenen. (5) Maar nadere beschouwing leert al snel dat er toch
wel grote verschillen zijn, zoals onder meer:
De Vijfpolderkaart (1631)
Ons kaartje lijkt veel meer op het kaartje van de Zijpe linksboven op
de samengestelde Vijfpolderkaart. Deze bestaat uit vijf deelkaarten van
bedijkingen en droogmakingen: de Zijpe (in 1597 definitief bedijkt),
de Beemster (1612), de Purmer (1622), de Wormer (1626) en een
Caerte van Waterland. De kaart van 35x47,5 cm is gemaakt uit één
kopergravureplaat en afkomstig uit de Mercator-Hondius-Atlas
en de Mercator-Hondius-Janssonius-Atlas.
Deze atlassen waren zeer populair en verschenen vanaf 1631 tot in de
tweede helft van de 17e eeuw in talrijke edities. (6)
De verschillen met de Vijfpolderkaart
Tussen het kaartje van de Zijpe linksboven op de Vijfpolderkaart en het
kaartje op de omslag van deze ZHB zijn echter een drietal duidelijke
verschillen waar te nemen:
Landmeters, kopergraveurs, drukkers, uitgevers en opdrachtgevers
In de fascinerende wereld van de kartografie was eerst Vlaanderen toonaangevend, maar na de val van
Antwerpen in 1585 (oorlog met Spanje) ging Amsterdam al snel die rol overnemen. Wereldberoemde graveurs,
drukkers en uitgevers -- felle concurrenten veelal -- woonden vlakbij, soms zelfs naast elkaar in een klein deel
van het centrum van Amsterdam (Damrak - Kalverstraat)
Aan de basis van polderkaarten ligt het werk van een landmeter, die in opdracht van bijvoorbeeld een
polderbestuur allerlei metingen ter plekke verrichtte en daarmee een kaart op papier maakte. Soms liet het
polderbestuur er een kopergravure van maken, rijk versierd. Daarvan werden dan een beperkt aantal afdrukken
gemaakt, die prachtig ingekleurd werden, met de wapens van de bestuurders erbij, voor de bestuurders zelf en
wat relaties. Voorbeelden zijn de kaarten van de Zijpe van landmeter/graveur Langedijk/Doetecomius en
Zoutman/Persijn. Van de laatste heeft het Zijper Museum de originele kopergravures.
Daarnaast werden er commerciële kaarten gemaakt, om los of in atlassen te verkopen. Graveurs zullen
landmeterskaarten als informatiebron voor de commerciële kaarten gebruikt hebben. De commerciële
kopergravures werden op grote schaal verhandeld, bijgewerkt en uiteindelijk omgesmolten. Er zijn er niet of
nauwelijks bewaard gebleven. (7, 8)
Gerrit Dirksz Langedijk (1561-1623)
Hij was geboren in of bij Alkmaar en werd landmeter en lakenkoopman. Zijn vader was ook landmeter en
betrokken bij de derde bedijking van de Zijpe net na 1570, maar overleed plotseling in 1574. Hij bezat wat grond
in de Zijpe, op de hoek van de Burgerweg en de Groote Sloot westzijde. Gerrit was 13 jaar toen zijn vader
overleed en kreeg Gijsbert Pauw (net als vader Langedijk betrokken geweest bij de modernisering van de vesting
Alkmaar in 1573) als voogd. Adriaan Anthonisz zal hem verder opgeleid hebben tot landmeter. In 1592 was zijn
admissie als landmeter door het Hof van Holland. Hij had inmiddels een vrouw en zeven kinderen, maar nog
weinig landmeterswerk. Vandaar zijn 'zijlijn' als handelaar in zijden en wollen lakens.
Maar in 1596 t/m 1598 is Gerrit nogal actief bij de 4e bedijking van de Zijpe. Hij declareerde over die jaren 243
dagen voor 'afreyden en meeten' van dijken, wegen en sloten (f. 850) en ontving f. 182 voor het maken van
kaarten; zo maakte hij het manuscript van de kaart die in 1600 door Baptista Doetecomius werd uitgegeven. Ook
in 1599 declareerde Gerrit bij het polderbestuur van Zijpe: f. 1190 onder meer voor kettingdragers (de mannen
die met kettingen het feitelijke groffe landmeetwerk deden). (9)
Zouden Kaerius en zijn opvolgers in de eerste helft van de 17e eeuw zich gebaseerd hebben
op het werk van Langedijk/Doetecomius? Voor zover ons bekend zijn er geen andere landmeters
in die periode in de Zijpe actief geweest.
Petrus K(a)erius (1571-na 1646)
Hij heette eigenlijk gewoon Pieter van den Keere en was in 1571 in het Vlaamse Gent geboren als zoon van een
drukker. Dertien jaar later, we schrijven 1584 en er is oorlog met Spanje (de Opstand in de noordelijke
Nederlanden); de protestanten hebben het zeer moeilijk. Leden van de protestantse families Kaerius, Hondius (de
Hondt) en Bertius (de Bert) weken uit naar Londen. Daar trouwde in 1587 Jodocus Hondius (1563-1612), van
wie Pieter van den Keere het vak van graveur leerde, met een zuster (Colette) van Pieter. Hij trouwde met Anna
Bertius. In 1593 vestigden de genoemde families zich in Amsterdam. Pieter Kaerius ontwikkelde zich tot een
van de grote meesters van de Nederlandse cartografie. Hij speelde een rol in vrijwel alle grote cartografische
prestaties tussen 1596 en 1620. Zijn grootste prestatie was de eerste folio-atlas van de Nederlanden, uitgegeven
in Amsterdam, de Germania Inferior van 1617. Die omvat 25 kaarten en nooit zijn de Nederlandse provincies
rijker gegraveerd dan in deze atlas. Maar deze atlas beleefde slechts drie drukken en verdween na 1622
volkomen van de markt. In 1623 verkocht Pieter al zijn (gegraveerde) koperplaten aan Claes Jansz Visscher
(1587-1652) en diens naam verscheen dan ook op de kaarten. (10, 11, 12)
De aap uit de mouw?
Tot zover de achtergronden, nu de aap uit de mouw. Marc Hameleers, Jan Werner en Peter van der Krogt
brachten ons een grote stap verder. Het 'graadnet' (de lengte- en breedtelijnen) op ons kaartje gaf de doorslag.
Het bleek het kaartje van de Zijpe linksboven te zijn van de derde, aangepaste versie van de Vijfpolderkaart.
Opgenomen in the English Atlas 1680-83. Daaraan zijn heel wat namen verbonden: Johannes I Janssonius (van)
Waesberge(n) (ca.1616-1681), zijn zoon Johannes II (? - 1709), Moses Pitt (ca. 1654-1696) en Steven Swart
(1641-1683).
Johannes I Janssonius (van) Waesberge(n) was in Rotterdam geboren als zoon van drukker Johannes van
Waesbergen. Hij trouwde in 1642 met Elisabeth Janssonius, dochter van Jodocus Janssonius. De laatste had twee
zwagers in het cartografievak: de beroemde Jodocus I Hondius en Henricus Hondius. Met z'n drieën hadden ze
de uitgave van de befaamde Mercator-Hondius-Atlas voortgezet.
Johannes I Janssonius (van) Waesberge(n) werkte vanaf 1657 in Amsterdam, eerst in de zaak van zijn
schoonvader. Na diens dood in 1664 nam hij het bedrijf over. Hij werkte samen met uitgever Steven Swart. Na
1681 zetten de weduwe en de zoons van Janssonius (van) Waesberge(n) het bedrijf voort. Swart had relaties met
Engelse boekhandelaars, zoals Moses Pitt in Oxford/Londen. (13)
Toevoeging 9 februari 2008:
Bas Leenhouts uit Heiloo wees ons terecht op een onjuistheid in het onderschrift van Afb. 4.
Deze vijfpolderkaart komt **niet** uit 'The English Atlas' (staat 3) doch is uitgegeven door Gerardus Valk en Petrus Schenk (staat 4).
Zie het vervolg artikel: Een nieuwe vijfpolderkaart van Kaerius?.
The English Atlas (1682)
Inkleuring en papier
Er waren wat twijfels omtrent de status van ons kaartje. Eerst in 1796 is de kleurenlithografie uitgevonden.
Daarvoor werd ongekleurd afgedrukt en desgewenst met de hand kaart voor kaart ingekleurd. Dat gebeurde door
'afsetters' en kon variëren van spaarzaam en vluchtig volgens bestaande kleurmodellen tot artistiek en technisch
perfect met doorschijnende kleuren. (15) Dit werk schijnt wel gedaan te zijn door lichamelijk gehandicapten.
Onze twijfels: was het papier niet wat aan de dunne kant, was de inkleuring met de hand gedaan? Was het geen
19e of 20e eeuwse facsimilé? Inkleuringsexpert Truusje Goedings was zo vriendelijk om naar de kaartenkamer
van de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek (UvA) te willen komen om samen met Wim van Stormbroek van
de Universiteitsbibliotheek naar ons kaartje te kijken. Op woensdag 22 juni 2005 was het zover. Was het echt of
niet? Truusje Goedings keek allereerst naar de achterkant van het kaartje en zei: "dat ziet er goed uit, die
'vlekken' zijn van het kopersulfiet dat in de groene verf zat; dat reageert in de loop der eeuwen met het papier"..
Andere kaarten uit de 17e eeuw werden ter vergelijking uit de depots gehaald en die hadden dat inderdaad ook.
Vervolgens voelde zij aan het papier zelf en bekeek nauwgezet de inkleuring.
Zorgvuldige verdere bestudering leidde tot de volgende conclusie: een kaartje uit de 17e eeuw ( 1682), oneerbiedig gesneden uit de Vijfpolderkaart in 'The English Atlas' van Moses Pitt.
Noten/Literatuur:
De afzonderlijke 'polders' van de Vijfpolderkaart zijn onder meer in
1635 en 1660 met minimale wijzigingen opgenomen
in de 'Vyerighe Colom' van Jacob Aertsz. Colom. Zie P.C.J. (Peter) van der Krogt, Koeman's Atlantes
Neerlandici, deel IIIB (2003), p. 789, [3580: 365].
Zie ook (13), p. 105/106.
Aanvullende/interessante links:
Recent onderzoek (aanvulling op drukproef)
8 juli 2005 Na het schrijven van dit artikel vonden wij bij toeval in het boek 'Getekend Land' van Herman Lambooij (p. 106) een afwijkende en bovendien zeer bijzondere 5-polderkaart. De oorspronkelijke kaart bleek uiteindelijk in het Waterlands Archief te Purmerend aanwezig te zijn (16).
Het onderdeel 'de Zijpe'
mist het dorp Callantsoog. De bebouwing vertoont
opvallende gelijkenis met die van de oorspronkelijke Petrus Kaerius kaart (1617).
De getoonde enkelvoudige maatstok bevat dezelfde eenheden als op de 1617 kaart.
Zie het vervolg artikel: Een nieuwe vijfpolderkaart van Kaerius?. |
Vragen, opmerkingen, aanvullingen m.b.t. bovenstaand artikel?
Stuur dan een e-mail naar: vannes@zijpermuseum.nl |