Al snel na de eerste bedijking van de Zijpe en de Hazepolder in 1552 toog de landmeter Simon Meeuws aan het werk om het aangewonnen gebied op te meten en een indeling in kavels te ontwerpen.
Hoe gebeurde dat vroeger, welke instrumenten had de landmeter destijds tot zijn beschikking en wat deed de landmeter nog meer voor werk?
Om daarin meer inzicht te geven plande de jubileumcommissie binnen het activiteitenprogramma voor het 50-jarig bestaan van het museum een mini-cursus “Landmeten in vroeger eeuwen”. Omdat de basisscholen Frankendael (Callantsoog), ’t Zwanenest (Schagerbrug) en de Zandhope∗
(’t Zand) enthousiast hadden gereageerd op dit voornemen richtten de voorbereidingen zich op die scholen, met name op de leerlingen van de hoogste groepen.
De heer Nicolás Dehilster werd bereid gevonden om als docent voor deze cursus een ochtend lang in het Zijper Museum een korte inleiding te geven over het landmeten en enkele praktijkmetingen te begeleiden.
Dehilster is opgeleid als hydrografisch landmeter en geeft cursussen op het gebied van landmeten en bijbehorende meetinstrumenten. Hij is docent bij het Maritiem Instituut Willem Barentz en heeft een bedrijf voor metingen op hydrografisch en geodetisch gebied.
Op 22 september vond de cursus plaats. Bij een collectieve, classicale introductie van de theorie, maakten de leerlingen kennis met de meetketting en het kwadrant, de twee instrumenten die gebruikt zouden worden bij de prakrijkoefening. Daarnaast werden de rekenregels gepresenteerd waarmee ze de resultaten van de metingen konden bepalen.
De oefeningen bestonden uit gecombineerde afstand- en hoogtemetingen waarbij onder andere het hoogste punt van het naast het museum gelegen Max Plazierhuis het doel was. Om de oefeningen door vier groepen tegelijk te laten uitvoeren zou het museum voor vier meetkettingen zorgen en zouden vrijwilligers vier kwadranten fabriceren. Op de vraag waar je zo gauw vier meetkettingen vandaan haalt was het antwoord van Dehilster “India”: daar worden ze nog gebruikt.
En laten nu op dat moment net enkele kleinkinderen van een lid van de jubileumcommissie in India rondreizen. Zo kwamen de kettingen enkele dagen voor de cursusdag in Schagerbrug terecht.
De kwadranten konden worden gemaakt dankzij een beschrijving in het boek “Practijck des Lantmetens” uit 1600 en een door Dehilster gemaakte ontwerptekening.
De praktijkoefeningen zijn door de eerste groepen buiten gedaan (in de regen, daarom geen foto’s), door latere groepen in het museum.
Het Zijper Museum is verheugd over de enthousiaste deelname van de basisschoolleerlingen en hoopt dat deze ervaring hen heeft aangemoedigd om meer te leren over de geschiedenis van hun woonomgeving.
∗ De Zandhope moest helaas op 22 september verstek laten gaan